Overige privileges bewerkenVoor een bestand kunnen met privilegesets de volgende bewerkingen worden toegestaan of geweigerd:
• Records exporteren, records kopiëren naar het Klembord en Apple Events gebruiken om gegevens op te vragen
• Uitgebreide privileges instellen
• De verbinding van de client van een gedeeld bestand met FileMaker Server-software verbreken wanneer de client inactief is
• Wachtwoordwijzigingen, en vereisen dat wachtwoorden regelmatig worden gewijzigd en wachtwoorden een minimumtekenlengte hebbenU kunt ook de meeste menuopdrachten uitschakelen zodat alleen basisbewerkingen zijn toegestaan of bijna alle FileMaker Pro-menuopdrachten uitschakelen.
2. In het dialoogvenster Privilegeset bewerken kunt u overige privileges voor het bestand instellen door een of meer van de volgende opties te selecteren in het gebied Overige privileges.
• Toestaan dat records als een PDF-bestand mogen worden opgeslagen.
• Toestaan dat wordt afgedrukt met een afdrukopdracht vanuit Finder. Kies Afdrukken toestaan.
• Toestaan dat records als een Excel-bestand worden opgeslagen.
• Toestaan dat alle records van de gevonden reeks naar het Klembord worden gekopieerd.
• Toestaan dat records worden geïmporteerd uit een FileMaker-bestand.
• Toestaan dat een kopie van records wordt opgeslagen.
• Mac OS: toestaan dat gegevens worden opgevraagd met de volgende Apple Events. GetCellValue, Field Contents, Record Value, Table Contents en Layout Contents. Kies Exporteren toestaan.Opmerking: Als u deze optie in Windows uitschakelt, beïnvloedt dit de ActiveX-automatisering niet. Als u deze optie in Mac OS uitschakelt, worden alleen Apple Events geweigerd die toegang krijgen tot gegevens, maar werken alle overige Apple Events normaal.
• Toestaan dat gebruikers van deze privilegeset uitgebreide privileges in- en uitschakelen bij het instellen van samengebruik via FileMaker Network Sharing, Web Publishing en ODBC/JDBC.
• Toestaan dat gebruikers van deze privilegeset uitgebreide privileges alleen kunnen bewerken in het dialoogvenster Beveiliging beheren. Kies Uitgebreide privileges beheren. Toestaan dat gegevens worden ingevoerd die niet overeenkomen met de ingestelde opties voor veldbevestiging. Opmerking Deze instelling wordt genegeerd wanneer een veld is gedefinieerd om het negeren van veldbevestigingen te verbieden (doordat het selectievakje Gebruiker toestaan om bevestiging te negeren tijdens gegevensinvoer is uitgeschakeld). Zie Veldbevestiging definiëren voor meer informatie. De verbinding van de gebruiker van een gedeeld bestand met FileMaker Server-software verbreken wanneer de gebruiker inactief is. (Doorgaans worden de prestaties van FileMaker Server hierdoor verbeterd.) Opmerking Zie Kies Verbinding gebr./FM-server verbreken als niet actief voor meer informatie als uw gedeelde bestanden met FileMaker Server worden gehost. Toestaan dat gebruikers van deze privilegeset hun wachtwoord wijzigen. Vereisen dat gebruikers van deze privilegeset hun wachtwoord wijzigen na een bepaald aantal dagen.(Wanneer het aantal dagen is verstreken, verschijnt de volgende keer dat elke gebruiker het bestand opent, het dialoogvenster Wachtwoord wijzigen. De gebruiker moet het wachtwoord wijzigen voordat dat hij of zij het bestand kan openen.) Kies Moet worden gewijzigd om de <n> dagen en voer het aantal dagen in.Opmerking Als u deze optie niet samen met de optie Gebruikers toestaan om hun eigen wachtwoord te wijzigen kiest, moet het wachtwoord worden gewijzigd met een account met privileges voor volledige toegang en niet met de account waaraan deze privilegeset is toegewezen. (In de meeste gevallen kiest u beide opties of geen van beide.) Een minimumtekenlengte voor nieuwe wachtwoorden opgeven. Kies Minimumlengte wachtwoord en voer het aantal tekens in. Opgeven dat slechts een beperkte set menuopdrachten beschikbaar is wanneer het bestand actief is. Kies bij Beschikbare menuopdrachten één van de volgende opties:
• Alles zodat alle menuopdrachten beschikbaar zijn met uitzondering van opdrachten die met andere opties voor privilegesets zijn uitgeschakeld.
• Alleen-bewerken zodat alleen opdrachten voor basisbewerkingen in de bladermodus beschikbaar zijn.
3. Raadpleeg een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over de verschillende privileges die u kunt definiëren:
• Als u klaar bent met accounts en privileges, klikt u op OK. In het dialoogvenster dat verschijnt, voert u een accountnaam en wachtwoord in waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen en vervolgens klikt u op OK.
• Zie Accounts maken of Bestaande accounts bewerken als u de privilegeset aan één of meer accounts wilt toewijzen.
• In de meeste gevallen kan een privilegeset het beste geen wachtwoordwijzigingen toestaan als deze is toegewezen aan een of meer accounts die door meerdere gebruikers worden samengebruikt. In plaats daarvan kan een beheerder met privileges voor volledige toegang het wachtwoord regelmatig wijzigen en het nieuwe wachtwoord vervolgens beschikbaar stellen voor alle gebruikers die dit nodig hebben.
• De privileges voor wachtwoordwijziging en wachtwoordtekenlengte, die hierboven zijn beschreven, zijn alleen van toepassing op accounts die met FileMaker worden geverifieerd, en niet op accounts die via een externe server worden geverifieerd. Zie Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges voor meer informatie.
• Zelfs als u Beschikbare menuopdrachten instelt op Alleen-bewerken, kunnen privileges voor toegang tot records en lay-outs nog altijd voorkomen dat bepaalde velden, records en gegevens op bepaalde lay-outs worden bewerkt. Zie Privileges voor toegang tot records bewerken en Lay-outprivileges bewerken voor meer informatie.
• Als u Beschikbare menuopdrachten instelt op Alleen-bewerken of Minimum is de opdracht in het menu Venster > Nieuw venster niet beschikbaar, zodat gebruikers geen nieuwe vensters kunnen openen. De beperking van beschikbare menuopdrachten is handig als u wilt bepalen of gebruikers extra vensters kunnen openen. (U kunt scripts maken die toestaan dat gebruikers bepaalde vensters openen. Zie Scripts maken en bewerken voor meer informatie.)
• Gedeelde accounts vormen een beveiligingsrisico. Gebruik voor een betere beveiliging afzonderlijke accounts in plaats van gedeelde accounts. Als u toch van plan bent gedeelde accounts te gebruiken, beperk dan de toegangsmogelijkheden van de privilegesets die gedeelde accounts gebruiken. Wijzig de wachtwoorden regelmatig, met name wanneer bepaalde gebruikers geen toegang meer nodig hebben.