Accounts maken
U kunt voor alle individuele gebruikers die toegang krijgen tot een bestand accounts maken of u kunt een aantal accounts maken die door meerdere gebruikers worden samengebruikt (bijvoorbeeld: een account “Marketing” en een account “Verkoop”). U dient aan elke nieuwe account een privilegeset toe te wijzen. Zie Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges voor meer informatie over accounts en privilegesets.
Zo maakt u een account:
1.
Kies op de menubalk Bestand > Beheren  > Beveiliging.
Het dialoogvenster Beveiliging beheren verschijnt. Op het tabblad Accounts wordt een lijst weergegeven met accounts die voor het bestand zijn gedefinieerd.
2.
Klik op Nieuw.
3.
Kies in het dialoogvenster Account bewerken in de keuzelijst Account is geverifieerd via de optie FileMaker.
Zie Accounts maken die via een externe server worden geverifieerd voor meer informatie over accounts die door een externe server worden beheerd.
4.
Tip  Als u accounts voor individuele gebruikers wilt maken, kunt u de accountnamen maken op basis van de gebruikersnaam die in het dialoogvenster Voorkeuren is gedefinieerd. De gebruikersnaam is de standaardaccountnaam die in het dialoogvenster verschijnt waarin een gebruiker wordt gevraagd een accountnaam en wachtwoord op te geven. De gebruiker hoeft de accountnaam niet opnieuw te typen als deze identiek is aan de gebruikersnaam.
Zie Tips voor de aanmaak van accountnamen en wachtwoorden voor tips bij het opgeven van een wachtwoord.
5.
Als u wilt dat de gebruiker van een account een nieuw wachtwoord opgeeft wanneer hij of zij zich de eerste keer aanmeldt, kiest u Gebruiker moet wachtwoord wijzigen bij volgende aanmelding.
Opmerking  U wordt aanbevolen geen wachtwoordwijziging bij de eerste aanmelding te forceren voor accounts die door meerdere gebruikers worden samengebruikt. U dient echter een wachtwoord op te geven en beschikbaar te stellen voor de gebruikers die dit nodig hebben. Bovendien kan de privilegeset voor een gedeelde account het beste geen wachtwoordwijzigingen toestaan omdat één gebruiker anders het wachtwoord kan wijzigen en zo alle overige gebruikers die de account samengebruiken uitsluit. Zie Overige privileges bewerken voor meer informatie.
6.
Kies bij Accountstatus of de account actief moet zijn of niet.
U kunt de account bijvoorbeeld inactief houden tot u de privilegeset volledig hebt ingesteld of een account tijdelijk inactief maken. Gebruikers kunnen databases niet openen met inactieve accountnamen en wachtwoorden.
7.
Kies bij Privilegeset de privilegeset die u met deze account wilt gebruiken.
U kunt een bestaande privilegeset kiezen of Nieuwe privilegeset kiezen en een nieuwe privilegeset maken. Zie Nieuwe privilegesets maken voor meer informatie.
8.
Voer bij Beschrijving een beschrijving in voor de account (optioneel).
9.
10.
 •
Als u klaar bent met accounts en privileges, klikt u op OK. In het dialoogvenster dat verschijnt, voert u een accountnaam en wachtwoord in waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen en vervolgens klikt u op OK.
 •
Opmerkingen
 •
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Als u bijvoorbeeld het wachtwoord zVoetBalz opgeeft, accepteert FileMaker Pro zvoetbalz niet. Wanneer u een wachtwoord voor een account invoert, controleert u of de Caps Lock-toets op het toetsenbord is uitgeschakeld.
 •
Accountnamen zijn niet hoofdlettergevoelig. Als u bijvoorbeeld de accountnaam Chris wilt opgeven, kan de gebruiker van de account het bestand openen door chris of CHRIS als accountnaam in te voeren.
 •
Als meerdere gebruikers samen dezelfde account gebruiken (bijvoorbeeld een gedeelde account “Marketing” of “Verkoop”), wijzigt u het wachtwoord van tijd tot tijd, in het bijzonder wanneer bepaalde gebruikers niet langer toegang mogen hebben. Bezorg het nieuwe wachtwoord aan de gebruikers die dit nodig hebben en herinner hen eraan dat ze het wachtwoord niet mogen doorgeven aan onbevoegde gebruikers. Zie Bestaande accounts bewerken voor meer informatie.