Privilegesets maken en beheren
Een privilegeset bepaalt het niveau van toegang tot een database. U kunt bijvoorbeeld beperken welke
lay-outs kunnen worden weergegeven, welke menu's beschikbaar zijn en instellen of afdrukken is toegestaan. Zie
Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges voor meer informatie over privilegesets.
Als u privilegesets voor een bestand maakt en beheert, dient u het bestand te openen met een account waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen. Dat is de enige privilegeset die toestaat dat u wijzigingen maakt in de privileges van een bestand. Als u het bestand opent met een andere privilegeset, is de menuopdracht
Bestand >
Beheren >
Beveiliging uitgeschakeld.
U kunt privilegesets maken en wijzigen in een gedeeld bestand wanneer dit door clients wordt gebruikt. (In FileMaker Pro 6 en eerdere versies moesten alle clients het gedeelde bestand sluiten voordat u wachtwoorden en groepen kon wijzigen.) De wijzigingen in privilegesets gaan onmiddellijk van kracht. De huidige clients worden door deze wijzigingen niet verstoord. Als u bijvoorbeeld privileges voor een privilegeset wijzigt wanneer deze door een of meer clients wordt gebruikt, worden de nieuwe privileges pas van kracht wanneer ze het bestand de volgende keer openen.
U kunt net zoveel privilegesets maken als u nodig hebt om de toegangstypen te definiƫren die u voor een bestand wilt toestaan. Elk databasebestand bevat ook drie vooraf gedefinieerde privilegesets voor algemene toegangsniveaus. Zie
Vooraf gedefinieerde privilegesets gebruiken voor meer informatie.