Velden in lay-outs plaatsen en verwijderen
Nadat u een veld hebt gedefinieerd, kunt u het overal toevoegen in een lay-out. Velden kunnen uit dezelfde tabel komen, maar ook uit een gerelateerde tabel in hetzelfde bestand of uit een gerelateerde tabel in een ander FileMaker Pro-bestand.
U kunt gerelateerde velden rechtstreeks in een lay-out of in een portaal plaatsen, maar de resultaten zijn anders. Zie De plaats van gerelateerde velden bepalen voor meer informatie.
Zo plaatst u een veld in een lay-out:
1.
Kies in de lay-outmodus de gewenste lay-out in het venstermenu voor lay-outs.
2.
Voer één van de volgende handelingen uit:
 •
Als u een veld wilt toevoegen, sleept u een veld van het veldgereedschap Veldgereedschap op de statusbalk naar de gewenste positie in de lay-out. Als u het veld naar de lay-out sleept, verschijnen er tekstvoetlijnen en een rand. Hiermee kunt u het veld uitlijnen met de andere objecten in de lay-out. Als het veld op de gewenste positie staat, laat u de muisknop los.
Als u een gerelateerd veld in een portaal plaatst, moet u dit in de eerste rij van het portaal plaatsen. Let erop dat elk veld in het portaal uit dezelfde gerelateerde tabel komt vanwaaruit het portaal is ingesteld om records weer te geven. Zie Portalen maken om gerelateerde records weer te geven voor meer informatie.
 •
Als u een veld wilt toevoegen en het formaat ervan wilt wijzigen, klikt u op de pijl naast het gereedschap Veld/besturingselement Veld/besturingselement-gereedschap (Windows) of klikt u op het gereedschap Veld/besturingselementen en houdt u deze knop ingedrukt Veld/besturingselement-gereedschap (Mac OS) op de statusbalk. Sleep de kruiscursor naar de gewenste positie om het veld te tekenen.
 •
Als u een specifiek besturingselement of veld wilt toevoegen, klikt u op de pijl naast het gereedschap Veld/besturingselement Veld/besturingselement-gereedschap (Windows) of klikt u op het gereedschap Veld/besturingselementen en houdt u deze knop ingedrukt Veld/besturingselement-gereedschap (Mac OS) en selecteert u het type veld of besturingselement dat u wilt toevoegen aan de lay-out. Sleep de kruiscursor naar de gewenste positie om het veld te tekenen.
Opmerking  Het gereedschap Veld/besturingselement bevat de afbeelding van het gereedschap dat op dat moment is geselecteerd.
3.
Selecteer in het dialoogvenster Veld opgeven het veld dat u wilt plaatsen.
Als u een veld in een andere tabel wilt kiezen, kiest u de tabel uit de lijst met tabellen boven de lijst met velden. U kunt eveneens Database beheren kiezen om een relatie of tabel te maken. Vervolgens selecteert u een gerelateerd veld uit de lijst met velden. U kunt ook op de knop Beheren klikken Knop Beheren om een veld uit de huidige of een gerelateerde tabel te kiezen.
4.
Selecteer Label maken om de veldnaam als tekst op te nemen in de lay-out.
5.
Klik op OK.
De veldnaam verschijnt in het veld in de lay-out, tenzij u hebt ingesteld dat voorbeeldgegevens moeten worden weergegeven. U geeft deze gegevens weer door op de menubalk Weergave > Tonen > Voorbeelden te kiezen. Velden uit gerelateerde tabellen verschijnen als ::Veldnaam (voorafgegaan door twee dubbele punten).
Voor alle velden behalve containervelden worden tekstvoetlijnen weergegeven. Deze lijnen geven aan waar de gegevens verschijnen in de bladermodus. U kunt ze ook gebruiken als hulpmiddel bij het uitlijnen van de velden.
Zo vervangt u een veld door een ander veld:
1.
Dubbelklik op het veld in de lay-outmodus.
2.
Selecteer een andere veldnaam in het dialoogvenster Veld opgeven.
3.
Klik op OK.
Zo verwijdert u een veld uit een lay-out:
Wanneer u een veld uit een lay-out verwijdert, worden het veld en de bijbehorende gegevens niet uit de database verwijderd.
1.
Selecteer in de lay-outmodus het veld door erop te klikken.
2.
Druk op Backspace of Verwijderen, of kies op de menubalk Bewerken > Wissen.
Opmerkingen
 •
Als u bij het plaatsen van velden veldlabels opneemt en de veldnaam vervolgens wijzigt in het dialoogvenster Database beheren, wordt het veldlabel in elke lay-out waar het label voorkomt, gewijzigd in de nieuwe veldnaam.
 •
De standaardveldstijl is invoervak. U kunt ervoor zorgen dat gegevens voor een veld eenvoudiger en consistenter worden ingevoerd door een invoerlijst te definiëren en deze aan het veld te koppelen. Vervolgens kunt u het veld instellen als keuzelijst, venstermenu, een groep selectievakjes of een groep keuzerondjes. U kunt een veld ook instellen als een kalender met keuzelijst. Zie Een invoerlijst voor gegevensinvoer definiëren, Een veld zodanig instellen dat het als een venstermenu, een groep selectievakjes of een ander besturingselement wordt weergegeven en Een veld instellen om een kalender met keuzelijst weer te geven voor meer informatie.
 •
U kunt een veld instellen als een invoervak en de optie voor automatisch aanvullen inschakelen zonder een invoerlijst te definiëren, zodat eerder ingevoerde waarden worden gebruikt. Zie Een veld zo instellen dat het automatisch wordt aangevuld bij tekstinvoer voor meer informatie.
 •
Als u een veldlabel maakt voor een veld met een lange naam, dient u mogelijk de grootte van het label aan te passen om de volledige veldnaam in de lay-out te zien.
 •
Als u het juiste formaat voor een veld wilt bepalen, kunt u in plaats van de veldnaam voorbeeldgegevens weergeven in het veld van de huidige record. Kies op de menubalk Weergave > Tonen > Voorbeelden.
 •
Als u in FileMaker Pro veldgegevens wilt invoegen in een regel of tekstblok, moet u samenvoegvelden gebruiken. Zie Samenvoegvelden in een lay-out plaatsen voor meer informatie.
 •
Als u een statische afbeelding zoals een logo in een lay-out wilt plaatsen om deze in elke record weer te geven, moet u de afbeelding rechtstreeks in de lay-out maken, plakken of importeren (in plaats van een containerveld te gebruiken en vervolgens de afbeelding in het hoofdgedeelte te plaatsen). Zie Objecten tekenen en invoegen in een lay-out voor meer informatie.
 •
U kunt voorkomen dat nieuwe velden die u definieert automatisch in de huidige lay-out worden geplaatst door op de tab Lay-out van het dialoogvenster Voorkeuren voorkeursinstellingen op te geven. Zie Lay-outvoorkeuren instellen voor meer informatie.
 •
Velden kunt u ook uit andere lay-outs en databases kopiëren. U hoeft ze dan niet te plaatsen. Zie Objecten kopiëren, dupliceren en verwijderen voor meer informatie.
 •
Als u in de lay-outmodus een veldnaam niet kunt lezen binnen de randen van het veld, dubbelklikt u op het veld. De naam wordt vervolgens weergegeven in het dialoogvenster Veld opgeven.
 •
Wanneer u in de tabelweergave werkt in de bladermodus of de zoekmodus, kunt u velden verbergen die in de tabelweergave worden weergegeven. Zie Velden weergeven en verbergen in de tabelweergave.
 •
Als u het veldgereedschap hebt gebruikt om een resumégedeelte toe te voegen, en u kunt u de tekst moeilijk zien, gebruikt u het Infovenster of gereedschap Opmaak kopiëren/plakken om de gewenste stijl uit een ander veld te kopiëren.