Accounts maken en bewerken
U kunt voor alle individuele gebruikers die toegang krijgen tot een bestand accounts maken of u kunt een aantal accounts maken die door meerdere gebruikers worden samengebruikt (bijvoorbeeld: een account "Marketing" en een account "Verkoop"). U dient aan elke nieuwe account een privilegeset toe te wijzen. Raadpleeg Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges.
U kunt bestaande accounts bewerken, zoals de accountnaam, het wachtwoord en andere instellingen wijzigen. Als een gebruiker bijvoorbeeld zijn wachtwoord vergeet, kunt u het wachtwoord voor de desbetreffende account opnieuw instellen en het nieuwe wachtwoord ter beschikking stellen. U kunt ook bestaande accounts dupliceren of verwijderen.
Waarschuwing  Vergeet de accountnaam en het wachtwoord niet die aan de privilegeset Volledige toegang zijn toegewezen. Noteer deze gegevens zo nodig en bewaar ze op een veilige plaats. Als u de accountnaam en het wachtwoord verliest of vergeet, krijgt u mogelijk geen toegang meer tot het bestand en kunt u het niet meer wijzigen.
Zo maakt of bewerkt u een account:
1.
Kies Bestand > Beheren > Beveiliging.
Als de gedetailleerde beveiligingsinstellingen in het dialoogvenster 'Beveiliging beheren' worden weergegeven, klikt u op Basisinstelling gebruiken.
2.
Klik op Nieuwe account om een nieuwe account te maken. Selecteer een bestaande account om deze te wijzigen.
3.
Kies bij Verifiëren via de optie Lokaal FileMaker-bestand of Externe server.
Zie Accounts maken die via een externe server worden geverifieerd voor meer informatie over accounts die door een externe server worden beheerd.
4.
Voer bij Accountnaam de accountnaam in of wijzig deze.
Accountnamen zijn niet hoofdlettergevoelig. Raadpleeg Tips voor de aanmaak van accountnamen en wachtwoorden.
Tip  Als u accounts voor individuele gebruikers wilt maken, kunt u de accountnamen maken op basis van de gebruikersnaam die is gedefinieerd in het dialoogvenster Voorkeuren. Deze gebruikersnaam is de standaardaccountnaam die in het dialoogvenster verschijnt waarin een gebruiker wordt gevraagd een accountnaam en wachtwoord op te geven. De gebruiker hoeft de accountnaam niet opnieuw te typen als deze overeenkomt met de gebruikersnaam.
5.
Als u het wachtwoord wilt invoeren of wijzigen, klikt u op Wijzigen en voert u vervolgens het wachtwoord in om het daarna te bevestigen. Klik op Wachtwoord instellen.
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Raadpleeg Tips voor de aanmaak van accountnamen en wachtwoorden.
6.
7.
Voer bij Privilegeset één van de volgende handelingen uit:
 •
 •
Kies Nieuwe privilegeset en maak vervolgens een nieuwe.
 •
Kies een privilegeset, klik op Bewerken en wijzig daarna de privilegeset.
Raadpleeg Privilegesets maken en bewerken.
Opmerking  U kunt ook privilegesets in de gedetailleerde instellingen maken of bewerken. Raadpleeg Accounts beheren (gedetailleerd).
8.
Als u een account inactief wilt maken (bijvoorbeeld totdat u de privilegeset hebt geconfigureerd), schakelt u het selectievakje uit.
9.
Klik op OK wanneer u klaar bent. Of raadpleeg Accounts beheren, Privilegesets beheren of Uitgebreide privileges beheren om te blijven werken met accounts en privileges.
Zo dupliceert of verwijdert u bestaande accounts:
1.
Kies Bestand > Beheren > Beveiliging.
Als de gedetailleerde beveiligingsinstellingen in het dialoogvenster 'Beveiliging beheren' worden weergegeven, klikt u op Basisinstelling gebruiken.
2.
 •
 •
3.
Opmerkingen
 •
 •
 •
 •
Als u zich automatisch wilt aanmelden elke keer dat een bestand is geopend, kiest u Bestand > Bestandsopties en geeft u de naam en het wachtwoord van uw account op. Raadpleeg Opties voor bestanden instellen.
 •
Verwante onderwerpen 
Accounts beheren
Privilegesets beheren
Uitgebreide privileges beheren
Accounts beheren (gedetailleerd)