SMTP-opties invoeren of bewerken
Als u e-mail wilt verzenden via SMTP, moet u informatie over de afzender en de SMTP-server opgeven in het dialoogvenster SMTP-opties. Dit dialoogvenster verschijnt op het scherm wanneer u in het dialoogvenster Post verzenden SMTP-server hebt gekozen of hebt geklikt op Opgeven (wanneer SMTP-server is geselecteerd). FileMaker Pro gebruikt deze informatie wanneer u e-mail verzendt via SMTP. U hoeft deze gegevens niet telkens wanneer u via SMTP verzendt in te vullen.
Zo kunt u SMTP-opties invoeren of bewerken:
1.
 •
Kies Bestand > Verzenden > Mail.
 •
Als u een script wilt maken dat e-mail verzendt, kiest u Scripts > Scriptwerkruimte. Klik op De knop Nieuw script in het venster Scriptwerkruimte. Voeg in het scriptbewerkingsvenster de Mail verzenden scriptstap toe en klik achtereenvolgens op tandwielpictogram en op Opgeven.
2.
 •
 •
Als u de SMTP-opties wilt bewerken (en SMTP-server is geselecteerd), klikt u op Opgeven.
3.
Opmerking  Als u een berekening wilt opgeven die inhoud genereert voor een veld, klikt u naast het veld op Opgeven, geeft u een berekening op en klikt u op OK.
 
Kies Geen als u geen beveiligde verbinding nodig hebt, kies SSL (Secure Sockets Layer) als u wel een beveiligde verbinding voor uw e-mail nodig hebt of kies TLS (Transport Layer Security) om zowel beveiligde als niet-beveiligde verbindingen via dezelfde poort mogelijk te maken (de daadwerkelijke verbindingscodering is afhankelijk van de configuratie van de SMTP-server).
Houd de standaardinstelling Geen aan (als de aanmelding op de SMTP-server niet hoeft te worden geverifieerd), of kies Wachtwoord (geen wachtwoordcodering) of Cram-MD5 (met wachtwoordcodering).
(Deze optie is beschikbaar wanneer u de verificatiemethode Wachtwoord of Cram-MD5 hebt gekozen.) Voer een gebruikers-ID in om de gebruiker te verifiëren op de SMTP-server. Gebruikers moeten de juiste combinatie van naam en wachtwoord opgeven om e-mail te kunnen verzenden vanaf deze server. (Zie Tips voor de aanmaak van accountnamen en wachtwoorden voor meer informatie over criteria voor gebruikersnamen.)
(Deze optie is beschikbaar wanneer u de verificatiemethode Wachtwoord of Cram-MD5 hebt gekozen.) Voer een wachtwoord in om de gebruiker te verifiëren op de SMTP-server. Gebruikers moeten de juiste combinatie van naam en wachtwoord opgeven om e-mail te kunnen verzenden vanaf deze server. (Zie Tips voor de aanmaak van accountnamen en wachtwoorden voor meer informatie over criteria voor wachtwoorden.)
4.
U keert terug naar het dialoogvenster Post verzenden, waar u verdere e-mailopties kunt instellen (stap 4 van Eén e-mailbericht verzenden of Meerdere e-mailberichten verzenden).
Verwante onderwerpen 
Mail verzenden