Gegevensinzage gebruiken (FileMaker Pro Advanced)
U kunt Gegevensinzage gebruiken om uitdrukkingen zoals veldwaarden, lokale en algemene variabelen en berekeningsformules te volgen. U kunt uitdrukkingen volgen bij het uitvoeren van scripts of bij het testen ervan in Script Debugger. U kunt ook veldwaarden en variabelen in het databasebestand volgen.
Het tabblad Actief bevat:
 •
Velden die worden gebruikt door het script dat momenteel wordt uitgevoerd, ongeacht of het om velden gaat waarnaar rechtstreeks wordt verwezen in het script of om velden waarnaar onrechtstreeks in berekeningen wordt verwezen.
 •
 •
Het tabblad Volgen volgt uitdrukkingen. In Gegevensinzage kunt u uitdrukkingen opgeven (één per rij). Wanneer u Gegevensinzage met de Script Debugger gebruikt, bevat het tabblad Volgen uitdrukkingen van onderbroken scripts, zodat u kunt zien hoe gegevens veranderen wanneer u een script stapsgewijs uitvoert. Uitdrukkingen blijven op het tabblad Volgen vermeld tot u ze handmatig verwijdert.
Zo kunt u velden en variabelen volgen in het script dat wordt uitgevoerd:
1.
Kies op de menubalk Gereedschappen > Gegevensinzage, of klik op Knop Gegevensinzage openen/sluiten in het dialoogvenster Script Debugger.
2.
Klik op het tabblad Actief en doe het volgende:
 
Lokale of algemene variabelen bewerken of kopiëren
Items in de lijst worden gegroepeerd op type en daarna in deze volgorde gesorteerd: velden, algemene variabelen, lokale variabelen.
Klik op Toevoegen aan Volgen.
FileMaker Pro schakelt over naar het tabblad Volgen waar de uitdrukking verschijnt.
Klik op Knop Vergrendelen en meldt u zich aan met een account die over volledige toegangsprivileges beschikt.
Opmerking  Als u zich hebt aangemeld om in Script Debugger scripts met beperkte toegang te bewerken, gelden uw toegangsprivileges ook voor Gegevensinzage. Als u zich aanmeldt vanuit Gegevensinzage, gelden uw toegangsprivileges ook voor Script Debugger. In beide gevallen blijven uw bewerkingsprivileges behouden tot u de Script Debugger of Gegevensinzage sluit. Zie Scripts debuggen (FileMaker Pro Advanced) voor meer informatie.
Zo volgt u uitdrukkingen:
Klik op het tabblad Volgen en doe het volgende:
 
1. Selecteer een uitdrukking, klik op De knop Bewerken of dubbelklik op de uitdrukking en definieer of bewerk daarna de uitdrukking. Zie Dialoogvenster Uitdrukking bewerken.
2. Klik op Nu evalueren om de resultaten van de uitdrukking weer te geven of klik op Bewaken om de uitdrukking aan de lijst Volgen toe te voegen.
De waarden bijwerken voor berekeningen die in de lijst zijn weergegeven
Klik op Waarden vernieuwen.
Een uitdrukking verwijderen
De volgorde van de voorwaarden in de lijst Volgen wijzigen
Opmerkingen
 •
 •
Uitdrukkingen blijven op het tabblad Volgen vermeld tot u ze verwijdert.
 •
U kunt lokale en algemene variabelen aan Gegevensinzage toevoegen. Lokale variabelen beginnen met $ en algemene variabelen met $$. Zie Variabelen gebruiken voor meer informatie.
 •
 •
Algemene en lokale variabelen die buiten scripts zijn gedeclareerd, kunt u alleen zien als u voor het bestand over volledige toegangsprivileges beschikt.
 •
Als u dubbelklikt op een uitdrukking, wordt het dialoogvenster Huidige waarde geopend om de volledige waarde van de uitdrukking weer te geven, die u kunt kopiëren. U kunt wel de waarden van variabelen wijzigen, maar geen veldwaarden. Sluit het dialoogvenster om de gewijzigde waarden vast te leggen.
 •
Herhalende velden worden alleen weergegeven als zij waarden bevatten, zoals deze: <veldnaam>[<waarde>]. De eerste herhaling wordt zonder haakjes weergegeven. Als de herhalingen worden berekend, worden de waarden pas weergegeven wanneer de scriptstap is bereikt waarin de berekening is opgelost.
Verwante onderwerpen 
Werken met formules en functies
Berekeningvelden definiëren