Een oplossing maken > Opties instellen voor velden > Globaalvelden definiëren (velden met globale opslag)
 
Globaalvelden definiëren (velden met globale opslag)
Een veld dat globale opslag gebruikt (een globaalveld) bevat één waarde die wordt gedeeld door alle records in het bestand. Globaalvelden zijn toegankelijk vanuit elke context in het bestand, zelfs als het veld in een niet-gerelateerde tabel is gedefinieerd.
Zo definieert u opties voor de globale opslag voor een veld:
1. Kies Bestand > Beheren > Database.
2. Klik op het tabblad Velden.
3. Als uw database meerdere tabellen bevat, selecteert u de gewenste tabel in de lijst Tabel.
4. Typ in het invoervak Veldnaam een naam voor het veld.
Raadpleeg Velden benoemen.
5. Klik op Opties (of dubbelklik op de veldnaam).
6. Klik op het tabblad Opslag van het dialoogvenster Opties voor veld en selecteer Globale opslag gebruiken (één waarde voor alle records).
7. Klik op OK en daarna op Gereed.
Globaalvelden in gehoste databases
Wanneer een client verbinding maakt met een gehoste database, worden de waarden van globaalvelden van elke client afzonderlijk onderhouden. Hierdoor zijn globaalvelden nuttig als tijdelijke opslag voor unieke sessie-informatie van elke client, zoals velden voor het filteren van portalen of lijsten.
De initiële waarden van de globaalvelden van de client zijn de waarden die werden gebruikt wanneer het bestand voor het laatst werd gesloten door FileMaker Pro op een lokale computer (niet via FileMaker-netwerksamengebruik). Alle wijzigingen aan deze initiële waarden door een client worden alleen tijdens de duur van de sessie van de client behouden. Als een client een bestand sluit en opnieuw opent, worden alle globaalvelden opnieuw ingesteld op hun initiële waarden. Om deze initiële waarden te wijzigen zonder het bestand op de host te sluiten en lokaal met FileMaker Pro te openen, stelt u de initiële waarden van globaalvelden in een opstartscript in.
Opmerkingen 
U kunt een globaalveld gebruiken.
voor een waarde die af en toe op verschillende plaatsen moet worden bijgewerkt, zoals een bedrijfsadres dat in verschillende lay-outs verschijnt.
als een vaste waarde in berekeningsformules in alle records van een bestand of in voorwaardelijke scriptstappen, zoals If, Else, End If en Exit Loop If.
als een vergelijkingsveld voor een relatie (raadpleeg Werken met gerelateerde tabellen).
als een gebruikersvoorkeur voor het filteren van portalen of lijsten.
Globaalvelden kunnen niet worden geïndexeerd en kunnen daarom niet worden gebruikt om records te vinden.
U kunt variabelen gebruiken in plaats van globaalvelden voor tijdelijke gegevensopslag. Raadpleeg Variabelen gebruiken.
Voor informatie over hoe berekeningen met globaalvelden worden geëvalueerd zoekt u in de FileMaker Knowledge Base.