Het document wordt niet zoals verwacht weergegeven in de schermafdrukmodusDe problemen die in deze sectie worden beschreven, treden op in de schermafdrukmodus. Gewoonlijk betekent dit dat een van de instellingen in FileMaker Pro niet correct is.Een rapport met gegroepeerde gegevens en subtotalen (subresumérapport) wordt niet correct afgedrukt
•
• De desbetreffende objecten zijn mogelijk opgemaakt als niet-afdrukbare objecten. Selecteer het object in de lay-outmodus. Controleer in het gebied Verschuiving en zichtbaarheid van het Infovenster of de optie Verbergen tijdens afdrukken is uitgeschakeld.
• De lay-out overschrijdt het pagina-einde. Zoek in de lay-outmodus onder aan de lay-out naar de vette stippellijn waarmee pagina-einden worden aangegeven. Pas de grootte van een lay-outgedeelte aan tot de stippellijn verdwijnt. Zie Lay-outgedeelten vergroten of verkleinen voor meer informatie.
• Alleen het aantal rijen dat wordt weergegeven in het portaal, wordt afgedrukt. Maak het portaal opnieuw op zodat meer velden worden weergegeven. Zie Portalen maken om gerelateerde records weer te geven voor meer informatie.
• Als u alle gerelateerde objecten die zijn gevonden, wilt weergeven, moet u een portaal maken met voldoende rijen om alle records weer te geven. U kunt ook naar de records zoeken in het gerelateerde bestand en de records afdrukken via een lijstweergave in het bestand.Alleen objecten binnen de marges worden afgedrukt. Het pagina-einde is zichtbaar in de lay-outmodus (mogelijk moet u naar rechts schuiven) als een dikke stippellijn.
• Pas in de lay-outmodus de breedte en positie van velden aan, zodat alle velden links van de vette stippellijn staan, of
• Maak het hoofdgedeelte kleiner.
• Stel verschuiving voor objecten in en verklein het ingesloten lay-outgedeelte via de opties voor verschuiving. Zie Lege ruimten op afdrukken verwijderen voor meer informatie.
•
• Gebruik samenvoegvelden en maak het tekstblok groot genoeg voor de langst mogelijke tekst die kan worden ingevoerd. Zie Samenvoegvelden in een lay-out plaatsen voor meer informatie.
• Stel velden en objecten zodanig in dat ze naar links of naar boven worden verschoven om de lege ruimte op te vullen.
• Open het bestand in de schermafdrukmodus. In de bladermodus worden schuivende objecten namelijk niet weergegeven.
• Zorg dat zowel het te verschuiven object als het object waarin u wilt verschuiven, op verschuiving zijn ingesteld.
• Er is ten minste één object, bijvoorbeeld een regel, niet ingesteld voor verschuiving. Hierdoor kunnen de overige objecten ook niet worden verschoven.
• Portaalrijen worden niet samengevouwen, zelfs als ze minder gegevens bevatten. Lege portaalrijen onder aan de lijst met gerelateerde records worden wel samengevouwen.
• Gebruik de optie Printerinstelling (Windows) of Printerinstelling (Mac OS) om het papierformaat en de afdrukstand te controleren. In de schermafdrukmodus kunt u ook op de statusbalk klikken op Printerinstelling (zowel voor Windows als Mac OS).
• Het type en formaat van lay-outgedeelten in de lay-out beïnvloeden automatische pagina-einden. Verwijder het kop- en/of voetgedeelte als u deze lay-outgedeelten niet gebruikt.
• In een lay-out kunnen aan elk lay-outgedeelte aparte opties voor pagina-einden worden toegewezen. Controleer voor elk gedeelte de opties voor pagina-einden. Zie Pagina-einden en -nummers definiëren voor meer informatie.