ODBC-gegevensbronnen bewerken
Een ODBC-
gegevensbron biedt een FileMaker-bestand toegang tot gegevens uit externe ODBC-tabellen. U kunt ODBC-tabellen weergeven en interactief bijwerken in de
relatiegrafiek op vrijwel dezelfde manier als waarop u FileMaker-
tabellen weergeeft en bijwerkt.
Belangrijk Als u met ODBC-gegevensbronnen wilt werken, moet u:
Nadat u de ODBC-gegevensbron aan een FileMaker Pro-bestand hebt gekoppeld, kunt u opties instellen en bewerken.
4.
|
Voor Verificatie is de standaardoptie Gebruiker vragen naar gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruikers moeten een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren de eerste keer dat zij toegang willen krijgen tot de tabel.
|
Als u niet elke gebruiker van dit FileMaker-bestand die vraag wilt stellen, selecteert u Gebruikersnaam en wachtwoord opgeven (geldt voor alle gebruikers) en voert u een gebruikersnaam en wachtwoord in. U kunt ook een berekening maken om de gebruikerstoegang tot de externe tabel te bepalen. U kunt geen variabelen of velden gebruiken in deze berekeningen. Zie
Het dialoogvenster Berekening opgeven voor meer informatie over het instellen van berekeningen.
Als u werkt met gedeelde databasebestanden die toegang hebben tot ODBC-gegevens uit Microsoft SQL Server en u eenmalige aanmelding voor de ODBC-gegevensbron wilt inschakelen, selecteert u
Windows-verificatie gebruiken (Eenmalige aanmelding) en voert u de
SPN (Service Principal Name) in. Zie
Eenmalige aanmelding bij ODBC-gegevensbron inschakelen (alleen voor Windows).
Opmerking FileMaker codeert wachtwoorden. De codering van externe gegevensbronnen is echter afhankelijk van het feit of de codering door het ODBC-stuurprogramma wordt ondersteund.
•
|
Voor Catalogusnaam voert u een naam in. Anders worden tabellen uit alle catalogi vermeld.
|
•
|
Voor Schemanaam voert u een naam in. Anders worden tabellen uit alle schema's vermeld.
|
•
|
Voor Tabelnaam voert u de naam in van de tabel die u wilt vermelden.
|
Opmerking Als u andere typen in de lijst wilt opnemen, schakelt u alle opties van
Filteren op type uit.
Nadat u een ODBC-gegevensbron hebt toegevoegd, kunt u in de relatiegrafiek en in lay-outs met ODBC-tabellen werken zoals u dat normaal doet met andere FileMaker-tabellen. U kunt interactief en in real-time gegevens in de ODBC-tabel ophalen, toevoegen, bijwerken en verwijderen.
Tip Als u wilt identificeren of een tabel in de relatiegrafiek een FileMaker-tabel is of uit een ODBC-gegevensbron afkomstig is, plaatst u de aanwijzer op de pijl in de koptekst van de tabel. U kunt eventueel een kleur toevoegen aan ODBC-tabellen zodat u ze gemakkelijker herkent.
Nadat u een tabel aan de relatiegrafiek hebt toegevoegd, voegt FileMaker aan het venstermenu voor lay-outs een lay-out met die tabelnaam toe en wordt de tabel ook vermeld op het tabblad
Tabellen. De tabelnaam wordt cursief weergegeven.
Kolommen uit de ODBC-tabel verschijnen op het tabblad Velden. De veldnamen worden cursief weergegeven. U kunt velden verwijderen als u niet wilt dat FileMaker Pro ze in uw oplossing weergeeft. Deze kolommen worden niet verwijderd uit het tabelschema van de externe SQL-gegevensbron (alleen uit de FileMaker Pro-voorstelling van dat tabelschema). Zie
Gegevens bijwerken tussen FileMaker en ODBC-gegevensbronnen voor meer informatie.
•
|
Als FileMaker niet automatisch de primaire sleutel van een tabel kan bepalen, wordt u gevraagd de kolommen te selecteren die een unieke sleutel bevatten. Voor FileMaker moet elke tabel een of meer kolommen bevatten die voor elke rij een unieke waarde hebben.
|
•
|
Op het tabblad Automatisch invoeren kunt u automatisch volgnummers laten invoeren wanneer u records maakt, maar niet wanneer u records vastlegt. (De externe database bepaalt hoe records worden vastgelegd.) Wanneer een opzoekdefinitie gericht is op gerelateerde gegevens in een ODBC-gegevensbron, zijn Eerstlagere waarde kopiëren en Eersthogere waarde kopiëren uitgeschakeld.
|
•
|
Op het tabblad Bevestiging zijn Unieke waarde en Bestaande waarde uitgeschakeld. Het Maximumaantal tekens dat in een veld is toegestaan, wordt bepaald door de externe gegevensbron.
|
•
|
Wanneer FileMaker Server databases host die aan ODBC-gegevensbronnen gekoppeld zijn, hoeven FileMaker-clients geen DSN in te stellen om toegang te krijgen tot de externe gegevensbron. De DSN moet echter ingesteld zijn op de computer waarop FileMaker Server wordt uitgevoerd.
|
•
|
FileMaker gebruikt geen SQL-set-semantiek op opvragen. FileMaker kan één opvraag uitvoeren voor elke gerelateerde tabel in een lay-out. Als u een bepaalde SQL join-werking wilt behouden of de resultaten wilt verkrijgen van SQL-predikaten zoals GROUP BY, maakt u weergaven. Daarna probeert u in FileMaker vanuit die weergaven toegang te krijgen tot die gegevens. (Weergaven worden soms “virtuele tabellen” genoemd.)
|
•
|
Microsoft SQL Server: standaard worden DATETIME-, DATETIME2- en SMALLDATETIME-gegevens uit ODBC-tabellen geïmporteerd als het veldtype Tijdstempel. U kunt het veldtype van een tijdstempelschaduwveld veranderen in Datum of Tijd, maar de gegevens moeten op een specifieke wijze worden gestructureerd. Als de geïmporteerde ODBC-tabel tijdstempelgegevens bevat en u het tijdstempelveld behandelt als een datumveld, moet het tijdgedeelte gelijk zijn aan 00:00 (of middernacht) voor alle records in de tabel. En wanneer u een ODBC-tabel importeert die tijdstempelgegevens bevat en u het tijdstempelveld behandelt als een tijdveld, moet het datumgedeelte gelijk zijn aan 01-01-1900 (of 1 januari 1900) voor alle records in de tabel.
|