Aandachtspunten bij het maken van een enveloplay-out
In FileMaker Pro wordt bij het vaststellen van de marges en andere afmetingen van de lay-out rekening gehouden met de geselecteerde printer-, afdruk- en pagina-instellingen. Controleer eerst deze instellingen voordat u een enveloplay-out maakt.
1.
Kies op de menubalk Bestand > Printerinstelling (Windows en Mac OS).
In de schermafdrukmodus kunt u ook op de statusbalk klikken op Printerinstelling (zowel voor Windows als Mac OS).
2.
Als u de enveloppen met de korte kant eerst in de printer laadt, moet u de liggende (horizontale) afdrukstand selecteren.
3.
Nadat u de lay-out hebt gemaakt, moet u deze mogelijk aanpassen afhankelijk van de manier waarop u de enveloppen in de printer laadt.
 
Handmatig enveloppen invoert in een printer met centrale invoer
Handmatig enveloppen invoert in een printer met invoer aan de linkerkant
Behoud het kopgedeelte en pas het zodanig aan zodat op het envelopformaat kan worden afgedrukt. (Een vuistregel voor het bepalen van de grootte van het kopgedeelte is de hoogte van de envelop af te trekken van 216 mm)
Handmatig enveloppen invoert in een printer met invoer aan de rechterkant
Verwijder het kopgedeelte en voeg een voetgedeelte in. Pas het voetgedeelte zo nodig aan zodat op het envelopformaat kan worden afgedrukt.
Opmerking  Als u in FileMaker Pro een enveloplay-out maakt, worden samenvoegvelden gebruikt. U kunt geen gegevens invoeren of bewerken met samenvoegvelden; als u wel gegevens wilt invoeren of bewerken, schakelt u over naar de tabelweergave (klik in de bladermodus op de lay-outbalk op Tabelweergave) of gebruikt u een andere lay-out.
Verwante onderwerpen 
Een lay-out maken