FileMaker Pro-databasesEen database bestaat uit een verzameling informatie, of gegevens, die u naar wens kunt ordenen, bijwerken, sorteren, doorzoeken en afdrukken. Een FileMaker Pro-database bestaat uit een of meer bestanden die elk uit een of meer tabellen zijn samengesteld. Een tabel bestaat uit records en velden, waarin uw gegevens worden opgeslagen en weergegeven.Elk FileMaker Pro-databasebestand bevat informatie over de structuur van het bestand, bijvoorbeeld over velden en velddefinities, wachtwoorden en toegangsprivileges, berekeningen, lay-outs en scripts. Een FileMaker Pro-databasebestand bevat ook de gegevens die u invoert en waarmee u werkt.FileMaker Pro bevat ook een stapsgewijze zelfstudie waarmee u zich vertrouwd kunt maken met het product. U kunt de zelfstudie en het lesvoorbeeldbestand downloaden door op de menubalk Help > Bronnencentrum te kiezen. Naast de zelfstudiebestanden vindt u er ook andere elektronische FileMaker Pro-documentatie.Tabellen bevatten alle records, velden en gegevens in een bestand, bijvoorbeeld een bestand met de naam Contactpersonen, dat informatie bevat over uw vrienden of klanten. Een bestand kan ook uit meerdere tabellen bestaan die samen alle gegevens bevatten over een bepaald onderwerp of verwante onderwerpen (een relationele database). Zie Databasetabellen definiëren voor meer informatie over tabellen.Als u gegevens in een databasebestand wilt invoeren, maakt u een nieuwe record en voert u vervolgens gegevens in de velden van de betreffende record in. Nadat u in een bestand records hebt gemaakt, kunt u er op verschillende manieren mee werken: u kunt ze bewerken, sorteren, een groep records zoeken die een bepaalde waarde bevatten of de gegevens via een netwerk met andere personen samengebruiken. Zie Records toevoegen en dupliceren voor meer informatie over records.Velden worden gebruikt voor de opslag, berekening en weergave van de gegevens die u in een record hebt ingevoerd. De informatie die u in een veld invoert, door deze te typen, te plakken of vanuit een andere toepassing te importeren, wordt de waarde genoemd. Veldwaarden in een FileMaker Pro-bestand kunnen zijn: tekst, getallen, datums, tijden, tijdstempels, afbeeldingen, geluiden, films, ingesloten bestanden, berekende waarden en resuméwaarden. Elk gegeven in een record, zoals een naam, adres of telefoonnummer, wordt opgeslagen in een veld. Zie Databasevelden definiëren voor meer informatie over velden.FileMaker Pro-lay-outs geven gegevens (de tekst die in velden is ingevoerd) weer die in een database zijn opgeslagen. Met lay-outs bepaalt u hoe gegevens worden geordend voor het weergeven, afdrukken, rapporteren, zoeken en invoeren van gegevens. Met lay-outs slaat u geen gegevens op: u bepaalt alleen de weergave van de gegevens. Wanneer u het ontwerp van een lay-out wijzigt, heeft dit geen invloed op de gegevens of andere lay-outs in het bestand. Wijzigt u in een lay-out echter de gegevens in een veld, dan wordt de wijziging doorgevoerd in alle overeenkomende velden in de verschillende lay-outs in de database. U kunt een lay-out zo instellen dat één record wordt weergegeven en afgedrukt of alle records die op één pagina passen.Voor één databasebestand kunt u verschillende lay-outs ontwerpen waarmee u gegevens kunt invoeren, resumérapporten kunt maken, adresetiketten kunt afdrukken en een database op het web kunt publiceren. Mits er voldoende schijfruimte aanwezig is en de maximale bestandsgrootte niet wordt overschreden, kunt u voor elk bestand een onbeperkt aantal lay-outs maken. Zie Lay-outs en rapporten maken en beheren voor meer informatie over lay-outs.