Objecten benoemen
U kunt namen toewijzen aan objecten en gegroepeerde objecten. Sommige scriptstappen en functies gebruiken deze namen om op te geven op welk object ze worden uitgevoerd.
|
1.
|
Selecteer in de lay-outmodus het object of het gegroepeerde object waaraan u een naam wilt geven.
|
Zie Objecten selecteren voor meer informatie.
|
2.
|
op de |
•
|
In dezelfde lay-out kunnen twee objecten niet dezelfde naam hebben. Zie Objecten kopiëren, dupliceren en verwijderen voor meer informatie over het kopiëren van een benoemd object.
|
|
•
|
Objectnamen zijn niet hoofdlettergevoelig — “Knop1” en “knop1” worden als dezelfde objectnaam beschouwd.
|
|
•
|
U kunt een naam aan een apart object toewijzen of aan een gegroepeerd object, maar niet aan meerdere objecten. Afzonderlijke objecten behouden hun namen, zelfs wanneer u ze groepeert. Als u echter de namen van afzonderlijke objecten in een groep wilt zien of bewerken, moet u eerst de groepering ervan opheffen.
|
|
•
|
De naam die u aan een veld geeft in het dialoogvenster Database beheren is onafhankelijk van de objectnaam die u aan een veld in het infovenster kunt geven.
|
|
•
|
Als u de navigatie naar een object van een willekeurig type moet automatiseren, wijst u een naam toe aan het object en maakt u een script dat de scriptstap Ga naar object gebruikt. Als u in een lay-out meer dan één exemplaar van hetzelfde veld hebt (bijvoorbeeld hetzelfde veld op verschillende deelvensters met een tabblad), wijst u een objectnaam toe aan de kopie van het veld waarnaar u wilt navigeren. Gebruik de scriptstap Ga naar object, in plaats van de scriptstap Ga naar veld, en verwijs naar de gewenste kopie van het veld door middel van zijn objectnaam in plaats van zijn veldnaam.
|