Afbeeldingen opmaken in een lay-out
In de lay-outmodus kunt u afbeeldingen opmaken die u in een lay-out hebt geplakt of ingevoegd.
Wanneer u een afbeelding opmaakt die naar een beeldbestand op schijf verwijst, worden de wijzigingen alleen toegepast op de afbeelding die in FileMaker Pro is weergegeven. De opmaakopties van het oorspronkelijke afbeeldingsbestand worden niet gewijzigd. Zie Afbeeldingen invoegen in een lay-out voor meer informatie over het invoegen van afbeeldingen.
Opmerking  Containervelden die afbeeldingen bevatten, kunt u eveneens opmaken. Zie Opmaak opgeven voor containervelden voor meer informatie.
Zo maakt u afbeeldingen op in een lay-out:
1.
Zie Objecten selecteren voor meer informatie.
2.
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk en klik op Gegevens.
3.
Klik in het gebied Gegevens opmaken op Grafisch Knop Grafisch en selecteer de gewenste opmaakinstellingen.
 
De afbeelding in het oorspronkelijke formaat weergeven
Kies in de lijst Opmaak de optie Bijsnijden op maat van kader. Als een afbeelding te groot is voor de afbeeldingsbegrenzingen, wordt de afbeelding bijgesneden.
De afbeelding altijd verkleinen, altijd vergroten of verkleinen of vergroten zodat deze in het kader past
Kies in de lijst Opmaak de optie Afbeelding passend verkleinen, Afbeelding passend vergroten of Afbeelding passend verkleinen/vergroten.
Als Oorspronkelijke verhoudingen behouden is uitgeschakeld, wordt de afbeelding vervormd om deze aan te passen aan de verhoudingen van het kader.
De horizontale en verticale uitlijning van de afbeelding instellen
Kies in Uitlijning de gewenste verticale en horizontale uitlijning.