Het afdrukken van records in kolommen instellen
U kunt een lay-out instellen om records te bekijken of af te drukken in kolommen, bijvoorbeeld een lijst met namen en adressen. Dit in tegenstelling tot een lay-out Lijstweergave of Rapport, waarin
velden in kolommen zijn geordend.
Als u records instelt voor het afdrukken in kolommen, wordt alle informatie voor één record gezamenlijk in een blok afgedrukt (ongeveer zoals dat gebeurt bij het afdrukken van etiketten). Vervolgens worden de waarden van de volgende record gezamenlijk afgedrukt, enzovoort. Daarbij kunt u de volgorde van de records bepalen: eerst in de breedte of eerst in de lengte van de pagina.
1.
|
Kies op de menubalk Bestand > Printerinstelling > (Windows en Mac OS), controleer of de instellingen voor printer en papier juist zijn en klik daarna op OK.
|
In de Schermafdrukmodus kunt u ook op de
statusbalk klikken op
Printerinstelling (zowel voor Windows als Mac OS).
In FileMaker Pro wordt bij het vaststellen van de marges en andere afmetingen van de lay-out rekening gehouden met de geselecteerde printer-, afdruk- en pagina-instellingen.
U kunt het beste met een lege lay-out beginnen of met een lay-out zonder objecten in het hoofdgedeelte. Zie
Een lay-out maken voor meer informatie over het maken van lay-outs.
5.
|
Selecteer het selectievakje Afdrukken in <aantal> kolommen en selecteer daarna een van de opties die in de tabel hieronder zijn beschreven.
|
Als u samenvoegvelden gebruikt of velden en objecten waarvoor
verschuiving is ingeschakeld, passen er meer gegevens in een kolom. Gebruikt u een van deze functies, dan kunnen velden worden uitgebreid naar het grijze gebied van de tweede kolom. De lege ruimte in velden wordt verwijderd als u gegevens bekijkt of afdrukt. Zie
Samenvoegvelden in een lay-out plaatsen en
Lege ruimten op afdrukken verwijderen voor meer informatie.
De beginbreedte van elke kolom wordt berekend op basis van het papierformaat, de afdrukrichting en de marges die u eventueel hebt ingesteld. U wijzigt de breedte van kolommen door één van de volgende handelingen uit te voeren:
|
|
|
Opmerking Aangezien de paginabreedte niet kan worden gewijzigd, wordt het afdrukbare gebied in elke kolom niet breder door de kolombegrenzing naar rechts te slepen (tenzij u de kolom voordien smaller hebt gemaakt). Door de kolombegrenzing naar rechts te verslepen, maakt u daarentegen een “tussen”marge tussen elke kolom. Deze tussenmarge is handig om ruimte tussen kolommen te maken, maar hierdoor verkleint wel het afdrukbare gebied in elke kolom.
|
|
Klik op Infovenster op de lay-outbalk. Klik op Positie. Plaats de cursor op de rechterkolombegrenzing, houd de muisknop ingedrukt (maar sleep de kolombreedte niet), en lees de waarde van de kolom Breedte in het gebied Grootte.
|
•
|
Als u het aantal kolommen wijzigt, wordt de kolombreedte aangepast zodat de kolommen passen op het papier dat u hebt opgegeven. Hierbij worden vaste marges niet meegerekend. Mogelijk moet u velden aanpassen aan de voorbeeldkolom.
|
•
|
Als u Eerst in lengte selecteert, worden subresumégedeelten afgedrukt over de breedte van de kolom. Hebt u opgegeven dat na een subresumégedeelte een pagina-einde volgt, dan verschijnt een nieuwe kolom (en geen nieuwe pagina). Wanneer u Eerst in breedte selecteert, worden subresumégedeelten over de breedte van de pagina afgedrukt en wordt met een nieuwe pagina begonnen op basis van het opgegeven pagina-einde. Zie Pagina-einden en -nummers definiëren voor meer informatie.
|