Formules
Met formules voert u specifieke handelingen uit op een of meer waarden in een databasebestand, die één resultaat opleveren.
Met formules kunt u het volgende definiëren:
 •
 •
 •
 •
een berekende waarde die kan worden gebruikt om de waarden in een veld te vervangen (met de opdracht Veldinhoud vervangen in het menu Records of een scriptstap). Zie De inhoud van een veld vervangen.
 •
berekeningen in bepaalde FileMaker-scriptstappen, zoals de scriptstappen If, Exit Loop If, Veld instellen, Berekend resultaat invoegen en Veldinhoud vervangen. Zie Scripts maken voor het automatiseren van taken.
 •
Formules kunnen bevatten:
 •
constanten - getallen, tekst of datum- of tijdwaarden die niet veranderen.
 •
operatoren - symbolen die aangeven hoe twee of meer waarden moeten worden gecombineerd of vergeleken.
 •
functies - vooraf gedefinieerde formules waaraan een naam is toegewezen. Met functies worden specifieke berekeningen uitgevoerd die voor elke herhaling één specifieke waarde als resultaat geven.
 •
veldverwijzingen - velden in dezelfde tabel of een gerelateerde tabel. Een gerelateerd veld waarnaar in een berekening wordt verwezen, heeft de volgende syntaxis: tabelnaam::gerelateerd veld. Zie Werken met gerelateerde tabellen en bestanden.
Voorbeelden van formules
 •
Voornaam & “ ” & Achternaam geeft als resultaat de voor- en achternaam, gescheiden door een spatie. Bijvoorbeeld: Jeroen Dijkstra.
 •
Subtotaal * 0,08 geeft als resultaat de waarde in het veld Subtotaal, vermenigvuldigd met 0,08.
Verwante onderwerpen 
Functies
Naslaggegevens voor functies (lijst met categorieën)
Naslaggegevens voor functies (alfabetisch overzicht)
Operatoren gebruiken in formules
Tekstconstanten en speciale tekens in formules identificeren
Een nieuwe regel toevoegen aan de resultaten van een formule
Opmerkingen aan een formule toevoegen
Gereserveerde woorden of symbolen gebruiken voor een veld- of tabelnaam