Lege ruimten op afdrukken verwijderen
De hoeveelheid gegevens in de velden van de database is vaak verschillend. Tijdens het afdrukken kunt u in FileMaker Pro de veldbegrenzingen verkleinen en objecten in de lay-out naar links of naar boven verschuiven. Op deze manier kunt u de lege ruimte opvullen die ontstaat wanneer gegevens in een veld niet het gehele veld vullen.
In een catalogus kunnen de beschrijvingen van bijvoorbeeld afzonderlijke artikelen in lengte variëren. Met de functie voor verschuiving in FileMaker Pro kunt u de ruimte tussen onderdelen opvullen en zo meer onderdelen afdrukken op een pagina.
U kunt elk object verschuiven, met inbegrip van velden, portalen, andere objecten en zelfs lay-outgedeelten. Zo verschuift u bepaalde objecten:
 •
Velden worden verkleind om de lege ruimte binnen veldbegrenzingen te verwijderen. Een veld kan ook verschuiven als er zich boven of links van het veld een veld bevindt dat kan worden verschoven of verkleind.
 •
Andere objecten dan velden, zoals een horizontale lijn of een tekstobject, kunnen worden verschoven door boven of links van deze objecten een veld dat kan worden verschoven te plaatsen. Wanneer u een dergelijk object verschuift, wordt het naar een andere positie in de lay-out verplaatst, maar niet verkleind.
 •
U kunt portalen op dezelfde wijze verschuiven als andere niet-veld-objecten. De objecten binnen een portaal kunnen echter niet worden verschoven. Als u voor een portaal opgeeft dat het naar boven moet worden verschoven en dat het omringende gedeelte moet worden verkleind, worden in FileMaker Pro de lege portaalrijen weggelaten.
 •
U kunt instellen dat lay-outgedeelten automatisch moeten worden verkleind wanneer de velden erbinnen naar boven worden verschoven. Kop- en voetgedeelten, titelkopgedeelten, titelvoetgedeelten en bovenste en onderste navigatiegedeelten worden nooit verkleind en schuiven nooit omhoog. Verklein geen gedeelten in lay-outs die een vaste verticale regelafstand vereisen, zoals etiketten.
Alle objecten worden naar links (of naar boven) verschoven om de ruimte op te vullen waarmee de velden links van (of boven) deze objecten worden verkleind. Verschuiving heeft echter geen invloed op de lege ruimte tussen velden, of op de lege ruimten in gedeelten. Als u bijvoorbeeld een hoofdgedeelte maakt met 2 cm ruimte onder het laagste object en alle objecten instelt als schuivende objecten en instelt dat het formaat van het gedeelte moet worden aangepast, laat FileMaker Pro 2 cm vrij onder het laagste object wanneer u afdrukt.
Zo stelt u verschuivingsopties in:
Opmerking  De effecten van de verschuivingsopties die u instelt, verschijnen alleen in de schermafdrukmodus en op afdrukken, maar niet in de bladermodus.
1.
Selecteer in de lay-outmodus zowel de objecten die u wilt verschuiven als het meest linkse (of het bovenste) veld waarin u de andere objecten wilt schuiven, zodat het kan worden verkleind.
2.
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk en klik dan op Positie.
3.
 
Opmerking  Met deze optie blijft de gelijke ruimte tussen kolommen en herhalende velden intact.
Verschuiven op basis van en klik op Alle objecten erboven
Opmerking  Met deze optie kunt u de regelafstand in een kolom onafhankelijk van andere kolommen en herhalende velden aanpassen.
Verschuiven op basis van en klik op Alleen objecten direct erboven
4.
Raadpleeg Schermafdrukken maken van gegevens in een lay-out voor meer informatie.
Zo wijzigt of verwijdert u de verschuivingsopties voor objecten:
1.
Wilt u voor een groep objecten verschuiving uitschakelen, dan moet u naast de objecten waarvoor verschuiving is ingesteld, ook het meest linkse veld selecteren.
2.
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk en klik dan op Positie.
3.
Opmerkingen
 •
 
 •
 •
 •
Let goed op bij het instellen van verschuivingsopties voor herhalende velden. Als bepaalde herhalende velden leeg zijn en de ruimte wordt verwijderd bij het verschuiven, dan kan het zijn dat aaneengrenzende gegevens in verschillende herhalende velden niet meer correct zijn uitgelijnd.
 •
Als uw database een of meer velden bevat die Japanse tekst bevatten, kunt u overbodige spaties tussen de tekens wissen met de functie TrimAll. Voor elk veld dat Japanse gegevens bevat die u wilt wissen, maakt u een berekeningveld dat de functie TrimAll gebruikt om dat veld te wissen en plaatst u daarna dat veld in uw lay-out. Raadpleeg TrimAll functie voor meer informatie.
Verwante onderwerpen 
Problemen met lay-outs oplossen