Dynamische knoppen maken
Door het gebruik van scripts en berekeningen voor de evaluatie van de status van knop velden kunt u dynamische knoppen maken die elke keer wijzigen nadat erop wordt geklikt.
Zo maakt u dynamische knoppen:
 •
 •
 •
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een knop maakt die elke keer wijzigt nadat erop wordt geklikt.
Zo definieert u het dynamische knopveld:
1.
Kies Bestand > Beheren > Database > tabblad Velden.
2.
3.
Klik op Maken.
4.
Klik op Opties > tabblad Opslag.
5.
Schakel het selectievakje Globale opslag gebruiken in en geef op hoe vaak de knopstatus mag wijzigen in het vak Maximum aantal herhalingen. Klik daarna op OK.
6.
7.
Voeg in de modus Lay-out het veld Pictogrammen toe aan een lay-out.
8.
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk en klik op Gegevens. Bij Herhalingen weergeven stelt u het maximale aantal herhalingen voor het veld Pictogrammen in. Raadpleeg De weergave van herhalende velden instellen.
9.
10.
Selecteer in de modus Bladeren een herhaling van het veld Pictogrammen en kies Invoegen > Afbeelding om een afbeelding toe te voegen.
11.
Tip  Zorg ervoor dat alle afbeeldingen dezelfde afmetingen hebben.
12.
13.
14.
Kies Bestand > Beheren > Database > tabblad Velden.
15.
Maak een veld met de naam Knoppen, kies het type Container en klik vervolgens op Maken.
16.
Klik op Opties > tabblad Automatisch invoeren.
17.
Selecteer Berekende waarde, klik vervolgens op Opgeven en voer daarna de functie GetRepetition(Pictogrammen;  1) in.
Tip  Als u een knop wilt maken die er in alle records gelijk uitziet, klikt u op het tabblad Opslag en selecteert u Globale opslag gebruiken. In het andere geval geeft elke record de eigen knopstatus weer.
18.
Klik op OK en daarna nogmaals op OK.
19.
20.
Zo maakt u het dynamische knopscript:
1.
Kies Scripts > Scriptwerkruimte en klikt op Pictogram Nieuw script.
2.
3.
4.
Selecteer bij Geef doelveld op het veld Knoppen.
5.
Schrijf bij Berekend resultaat een Case functie die elke GetRepetition-testuitdrukking evalueert voor het aantal pictogrammen en het aantal verhoogt met één (hierbij worden de tabelnaam 'pictogrammen' vervangen door de tabel waarin u het veld Pictogrammen hebt gemaakt).
Opmerking  Bij deze berekening wordt ervan uitgegaan dat het veld Pictogrammen vijf herhalingen heeft. Wijzig de berekening zodanig dat deze overeenkomt met het aantal herhalingen dat u hebt gedefinieerd voor het veld Pictogrammen.
Case(
pictogrammen::Knoppen = GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 1); GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 2);
pictogrammen::Knoppen = GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 2); GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 3);
pictogrammen::Knoppen = GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 3); GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 4);
pictogrammen::Knoppen = GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 4); GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 5);
GetRepetition(pictogrammen::Pictogrammen; 1)
)
6.
Zo koppelt u het veld en het script aan elkaar:
1.
2.
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk en klik op Gegevens.
3.
Schakel bij Veldinvoer in het onderdeel Werking de opties Bladeren en Zoeken uit.
4.
Kies Opmaak > Knopinstelling.
5.
Kies bij Actie de optie Script uitvoeren en geef Schakelknoppen op.
6.
7.
Zie Werken met knoppen en knoppenbalken in lay-outs voor meer informatie over het gebruik van knoppen in scripts.
Verwante onderwerpen 
Scripts maken voor het automatiseren van taken
Werken met formules en functies