Wanneer u waarden in een invoerlijst genereert op basis van een veld, kunt u in FileMaker Pro de waarden in de lijst dynamisch laten wijzigen op basis van waarden in een tweede veld. Dit betekent dat in de invoerlijst alleen waarden uit het eerste veld in gerelateerde records worden weergegeven als de waarde die in het tweede veld is ingevoerd, voldoet aan de gedefinieerde relatie voor de records.
U werkt bijvoorbeeld met een database Producten waarin een groot aantal voorraadartikelen worden bijgehouden. Nu kunt u een invoerlijst definiëren en toewijzen aan het veld Artikelnaam om een deelverzameling weer te geven op basis van de waarden in een tweede veld, Categorie. Geeft u voor het veld Categorie de waarde Accessoire op, dan worden tijdens de gegevensinvoer in de invoerlijst alleen waarden voor Artikelnaam weergegeven waarvan de waarde in het veld Categorie overeenkomt met Accessoire. Als u de waarde voor Categorie in Kleding wijzigt, worden voor Artikelnaam records weergegeven waarvan de waarde in het veld Categorie overeenkomt met Kleding.
Zie Interne relaties voor meer informatie. Door een interne relatie te definiëren, wordt in de relatiegrafiek een andere vermelding van de tabel Producten gemaakt (die in dit voorbeeld de tabel Producten 2 wordt genoemd).
Zie Een invoerlijst voor gegevensinvoer definiëren voor meer informatie over het definiëren van een invoerlijst.
Zie Velden in lay-outs plaatsen en verwijderen voor meer informatie. Als u meerdere artikelitems op een factuur wilt plaatsen, kunt u de velden Categorie en Artikelnaam toevoegen aan een
portaal.
Nadat u in het veld Categorie een waarde hebt ingevoerd en met de Tab-toets naar het veld Artikelnaam bent overgeschakeld, worden de gerelateerde records opgehaald waarvan de waarde voor Categorie overeenkomt met de door u ingevoerde waarde en worden de waarden van de overeenkomstige Artikelnaam in de invoerlijst weergegeven.