De Admin-toegang tot databases verwijderen (FileMaker Pro Advanced)
FileMaker Pro en FileMaker Pro Advanced maken gebruik van accounts, privilegesets en uitgebreide privileges om FileMaker-databases te beveiligen. Vanuit de Developer-hulpprogramma's kunt u echter alle beheeraccounts uit een bestand verwijderen. Zie Databases beveiligen voor meer informatie over accounts en privileges.
Belangrijk  Als u deze optie selecteert, worden alle accounts die de privilegeset Volledige toegang gebruikten, permanent verwijderd uit de database. Hierdoor wordt de toegang tot de lay-outmodus en de functie Scripts beheren permanent verwijderd, behalve voor het tabblad Uitgebreide privileges van het dialoogvenster Beveiliging beheren, voor alle databasebestanden in de oplossing, ongeacht of ze worden geopend in een runtime-toepassing, in FileMaker Pro of in FileMaker Pro Advanced. Ontwerp- en structurele elementen van de bestanden kunnen door niemand worden gewijzigd, zelfs niet door medewerkers van FileMaker. De enige manier waarop de tabellen, velddefinities, relaties, scripts of toegangsprivileges nog kunnen worden gewijzigd, is door terug te grijpen naar het originele bestand voordat het door de Developer-hulpprogramma's werd aangepast.
Zo verwijdert u de Admin-toegang uit een database:
1.
2.
Kies op de menubalk Gereedschappen > Developer-hulpprogramma's.
3.
Als u de Developer-hulpprogramma's al eerder op dezelfde database hebt gebruikt en uw instellingen hebt opgeslagen, klikt u op Instellingen laden.
4.
Klik op Toevoegen om de bestanden te zoeken die u wilt aanpassen.
5.
6.
7.
8.
Selecteer Beheertoegang permanent uit bestanden verwijderen en klik op OK.
Zo voorkomt u dat gebruikers het ontwerp en de structuur van uw databasebestanden wijzigen of accounts of privileges wijzigen die u hebt ingesteld.
Opmerkingen
 •
Wanneer de optie Beheertoegang permanent uit bestanden verwijderen is ingeschakeld, geldt het volgende:
 •
Gebruikers kunnen geen toegang krijgen tot deze dialoogvensters: Database beheren, Externe gegevensbronnen beheren, Eigen functies beheren en het grootste gedeelte van het dialoogvenster Beveiliging beheren.
 •
 •
Gebruikers kunnen toegang krijgen tot het tabblad Uitgebreide privileges van het dialoogvenster Beveiliging beheren als voor hun account de optie Uitgebreide privileges beheren is ingeschakeld.
 •
Gebruikers kunnen toegang krijgen tot de hierboven vermelde dialoogvensters als ze een script uitvoeren waarin de optie Script met volledige toegangsprivileges uitvoeren is ingeschakeld.
 •
Gebruikers kunnen toegang krijgen tot de lay-outmodus en de functie Scripts beheren als de privilegeset die aan hun account is toegewezen, dit toestaat.
 •
Alle databasebestanden moeten minimaal één actieve account hebben. Anders kunnen ze niet worden geopend. U kunt de optie Beheertoegang permanent uit bestanden verwijderen niet gebruiken als de accounts met volledige toegangsprivilegesets de enige actieve accounts in het bestand zijn. Als u dat toch probeert te doen, zal een foutbericht verschijnen.
 •
Houd bij het definiëren van toegangsprivileges rekening met de behoeften van uw gebruikers op de lange termijn. Meld hen duidelijk over welke toegangsprivileges ze beschikken in de lay-out Over… en volg de regels die FileMaker heeft voorgeschreven. Zie Developer-oplossingen documenteren (FileMaker Pro Advanced) voor meer informatie.
Verwante onderwerpen 
Bestanden binden als een runtime-oplossing (FileMaker Pro Advanced)
Runtime-oplossingen maken (FileMaker Pro Advanced)
Databases weergeven in de kioskmodus (FileMaker Pro Advanced)
Instellingen van een oplossing opslaan (FileMaker Pro Advanced)