Tekst vet of cursief maken of markeren, of andere stijlen toepassen
Tekst in een veld in de bladermodus Opmerking De door u opgegeven opmaak wordt met de gegevens opgeslagen en u zult die opmaak zien in elke lay-out waarin het veld wordt weergegeven. Zie Tekst opmaken voor meer informatie. Veldobjecten in de lay-outmodus Selecteer in de lay-outmodus één of meer velden. Zie Objecten selecteren voor meer informatie. Selecteer in de lay-outmodus een tekstobject of een deel van de tekst in een tekstobject. Zie Tekst selecteren voor meer informatie.
•
• Klik in de lay-outmodus op Infovenster op de lay-outbalk en klik op Uiterlijk. Kies een optie in het tekstgebied.
Kies een grootte (kies Eigen als u een eigen lettergrootte tussen 1 en 500 punt wilt opgeven). Klik op een of meer stijlopties (bijvoorbeeld markeren, vet, cursief en/of onderstreept).
• Windows: als u alle beschikbare lettertypen wil bekijken, kiest u op de menubalk Opmaak > Type > Configureren/Meer lettertypen. Selecteer links in het dialoogvenster Menu Type configureren een lettertype en klik op Verplaatsen om het toe te voegen aan het menu met lettertypen. U kunt ook links in het venster dubbelklikken op een lettertype om het naar de lijst Menu te verplaatsen. Zorg ervoor dat u het selectievakje Weergeven in afdruktype hebt ingeschakeld. Alleen dan kunt u deze optie gebruiken.
• Als u tekstkenmerken afzonderlijk wilt instellen, kiest u op de menubalk Opmaak > Type, Grootte, Stijl, Tekst uitlijnen, Regelafstand of Tekstkleur en kiest u een opdracht in het vervolgmenu. (In het vervolgmenu Stijl kunt u meerdere stijlen kiezen.)
• Als u de maateenheid voor de linialen en het raster wilt wijzigen, klikt u linksboven in het document waar de horizontale en verticale linialen samenkomen tot de gewenste maateenheid is weergegeven. Zie De linialen en het raster gebruiken.