Objecten opmaken met het infovenster
In de lay-outmodus kunt u met het infovenster de instellingen voor objecten weergeven en wijzigen. Elk tabblad is gericht op een apart aspect van de opmaak. Houd uw aanwijzer boven de opties op elk tabblad om een beschrijving van de functie ervan weer te geven.
Standaard zweeft het infovenster boven de documentvensters. Als u het infovenster dichtbij de rand van het computerscherm of buiten het documentvenster houdt, wordt het infovenster uitgelijnd met de rand van het scherm of de buitenzijde van het documentvenster. Als u het infovenster weer wilt loskoppelen van het scherm of documentvenster, sleept u het infovenster weg van de rand van het computerscherm of de buitenzijde van het documentvenster.
Door meerdere infovensters te openen, kunt u eenvoudiger aan een lay-out werken. U kunt bijvoorbeeld het tabblad Gegevens van het ene infovenster weergeven en het tabblad Uiterlijk van het andere infovenster zodat u direct toegang hebt tot de opties op beide tabbladen.
Zo opent u het infovenster:
 •
Klik op Infovenster Knop Infovenster op de lay-outbalk.
 •
Kies op de menubalk Weergave > Infovenster.
 •
Infovenster