Typen lay-outgedeelten
Titelkopgedeelte: Verschijnt één keer boven aan het eerste scherm of de eerste pagina en vervangt het eventuele gewone kopgedeelte (indien er een is opgegeven). In rapporten gebruikt u dit gedeelte om een afzonderlijke titelpagina af te drukken. U kunt slechts één titelkopgedeelte hebben in een lay-out.
Kopgedeelte: Verschijnt boven aan elk scherm of elke pagina, tenzij u een titelkopgedeelte hebt opgegeven. In dat geval verschijnt het titelkopgedeelte op de eerste pagina. Gebruik deze voor titels of kolomkoppen (in rapporten met kolommen). U kunt slechts één kopgedeelte hebben in een lay-out.
Hoofdgedeelte: Elk object dat u in het hoofdgedeelte plaatst, waaronder velden, tekstobjecten en afbeeldingen, verschijnt één keer voor elke record in de gevonden reeks. U kunt slechts één hoofdgedeelte hebben in een lay-out.
Titelvoetgedeelte: Verschijnt één keer onder aan het eerste scherm of de eerste pagina en vervangt het gewone voetgedeelte (indien er een is opgegeven). U kunt slechts één titelvoetgedeelte hebben in een lay-out.
Als u resumégegevens zoals subtotalen, generale totalen, gemiddelden en tellingen wilt opnemen, moet u resumévelden in resumégedeelten van de lay-out plaatsen. Resumégedeelten omvatten gedeelten voor generale resumés en subresumés.
Een subresumégedeelte bevat gewoonlijk een of meer resumévelden waarin “subresumé”-informatie, bijvoorbeeld subtotalen, wordt weergegeven voor een deelverzameling met records. De records zijn gegroepeerd (gesorteerd) op basis van waarden in een ander veld, het zogeheten splitsveld. Elke keer dat de waarde van het splitsveld wijzigt, wordt het rapport "gesplitst" en voegt FileMaker Pro het subresumégedeelte in.
Generaal resumégedeelte (voor of na): als u in dit gedeelte een resuméveld plaatst, wordt in dit veld resumé-informatie weergegeven voor alle records in de gevonden reeks. Het generale resumégedeelte kan aan het begin (voor) of aan het einde (na) van een rapport staan. Dit is afhankelijk van de positie van het gedeelte in de lay-out. U kunt slechts één generaal resumégedeelte voor en één generaal resumégedeelte na hebben in een lay-out.
Als u in dit gedeelte een ander type veld plaatst, worden in dit veld gegevens weergegeven uit de eerste (voorafgaande) of laatste (navolgende) record die wordt doorgebladerd.
Subresumégedeelte (voor of na): als u een resuméveld in dit gedeelte plaatst, wordt in het veld “subresumé”-informatie weergegeven voor elke deelverzameling van records die is gesorteerd op het opgegeven splitsveld. Het subresumégedeelte kan voor of na het hoofdgedeelte staan. Dit is afhankelijk van de positie van het subresumégedeelte in de lay-out. U kunt meerdere subresumégedeelten hebben in een lay-out.
Als u in dit gedeelte een ander type veld plaatst, worden in dit veld gegevens uit de eerste (voorafgaande) of laatste (navolgende) record in de groep weergegeven. Plaats hier het splitsveld om aan te geven voor welke deelverzameling van records het resumé is.
Als u bijvoorbeeld in een database met transacties een resumé wilt maken van de verkoopcijfers van afzonderlijke vertegenwoordigers, moet u een resuméveld definiëren waarmee het totaal van de waarden in het veld Verkopen wordt berekend. Daarna maakt u een subresumégedeelte en plaatst u dat resuméveld erin (waarbij het splitsveld de naam van de vertegenwoordiger is). Wilt u tevens een telling van het aantal transacties dat door de betreffende vertegenwoordiger is gerealiseerd, dan maakt u een tweede resuméveld waarmee de transacties worden geteld. Dit veld plaatst u in hetzelfde subresumégedeelte. Voor een generaal totaal van alle transacties plaatst u het resuméveld voor verkopen in een generaal resumégedeelte.
•
|
Als een splitsveld in een subresumégedeelte is geplaatst, verschijnt die altijd in de kolom uiterst linkst in de tabelweergave. Splitsvelden verschijnen onder aan voorafgaande gedeelten of boven aan navolgende gedeelten.
|
•
|
FileMaker Pro voegt automatisch veldlabels (zoals Totaal) toe aan subresumégedeelten om de weergegeven gegevens te identificeren.
|