Kolom-, staaf-, lijn- en vlakgrafiekenAls u een grafiek wilt maken, leest u eerst Snelgrafieken maken of Grafieken maken en bewerken in de lay-outmodus.Als u gescheiden gegevens die in één record zijn opgeslagen of gegevens uit gerelateerde records wilt uitzetten, moet u instellingen voor de gegevensbron instellen. Zie De gegevensbron voor een grafiek opgeven.
Typ een titel of klik op , kies Veldnaam opgeven of Berekening opgeven, vul het dialoogvenster in en klik op OK. Klik op om een gegevensreeks voor de x-as op te geven. Dit zijn de gegevens die u vergelijkt (bijvoorbeeld bedrijfsnaam).
4. Als u een snelgrafiek maakt en deze bevat resumégegevens, kunt u in het Grafiekeninfovenster klikken op het menu Resumé en een ander resumétype selecteren. Zie Resumétypen voor grafieken.
Typ een titel of klik op , kies Veldnaam opgeven of Berekening opgeven, vul het dialoogvenster in en klik op OK. Klik op om een gegevensreeks voor de y-as op te geven.
• Als u een extra gegevensreeks voor de y-as wilt opgeven, klikt u op Een Y-reeks toevoegen en herhaalt u deze stap om de instellingen voor Reeksnaam (titel) en Gegevens te voltooien.
• Als u een gegevensreeks van de y-as wilt verwijderen, selecteert u de reeks en klikt u op –.
• Als u de volgorde van de gegevensreeksen op de y-as wilt wijzigen, versleept u de onderdelen in de lijst.
• Staaf- en gestapelde staafgrafieken: op de y-as bevinden zich de gegevens die u vergelijkt.
• Vlakgrafiek: in een vlakgrafiek van meerdere reeksen geeft de gelaagde volgorde van de gegevensreeks de volgorde weer waarin y-reeksen in het dialoogvenster Grafiek instellen zijn gedefinieerd. De eerste reeks in de lijst verschijnt boven aan, gevolgd door de volgende reeks in de lijst. Kies een symbool om elk gegevenspunt in de grafiek te markeren of kies Geen om de symbolen te verbergen. De symboolkleur in de uiteindelijke grafiek wordt bepaald door het ingestelde kleurenschema in het gebied Stijlen van het Grafiekeninfovenster. Zie De look van een grafiek wijzigen.
6. Als u gegevens uit meerdere reeksen uitzet, selecteert u Legenda tonen om in de grafiek een legenda weer te geven. Als u in de legenda labels wilt wijzigen, bewerkt u de Reeksnaam en klikt u buiten het tekstvak.
8. Als u het kleurenschema, het uiterlijk van de legenda of de lettertypestijl wilt wijzigen, klikt u in het Grafiekeninfovenster op Stijl. Zie De look van een grafiek wijzigen.
9. Klik op Afdrukken of Opslaan als lay-out (snelgrafieken) of Gereed (grafieken in de lay-outmodus) om de grafiek te voltooien. Zie Snelgrafieken maken of Grafieken maken en bewerken in de lay-outmodus.