Voorbeeld 3: gerelateerde records in een grafiek uitzettenDit voorbeeld is gebaseerd op de database van een fictief bedrijf Favoriete bakkerij. Gebruik het voorbeeldbestand van de FileMaker Pro-zelfstudie, Voorbeelden.fmp12, om deze grafiek te maken. Het voorbeeldbestand vindt u in:FileMaker Pro 12/Nederlands Extra's/ZelfstudieFileMaker Pro 12 Advanced/Nederlands Extra's/ZelfstudieIn dit voorbeeld maakt u een staafgrafiek die vergoedingen voor een kortingenprogramma voor zakelijke klanten van Favoriete bakkerij weergeeft. U plaatst de grafiek in de lay-out Bedrijven, die voor elk bedrijf in een aparte record de adresinformatie bevat. Wanneer u klaar bent, zal, wanneer u door de drie bedrijfsrecords bladert, uw grafiek met gegevens van elk bedrijf worden bijgewerkt.
1. Zoek het voorbeeldbestand voor de zelfstudie (Voorbeelden.fmp12), kopieer dit en sla het op in een andere map op uw vaste schijf.U ziet de lay-out Gegevensinvoer van het voorbeeldbestand, Eén record is weergegeven in de formulierweergave.
1.
2. Klik op het tabblad Relaties.De relatiegrafiek wordt weergegeven. In de relatiegrafiek zijn alle tabellen in het actieve bestand weergegeven.Wanneer u een relatie tussen twee tabellen creëert, maakt u de gegevens die zijn opgeslagen in de ene tabel toegankelijk voor de andere tabel.
3. Klik in de tabel Klanten op het veld Bedrijf, sleep een lijn naar het veld Bedrijf in de tabel Bedrijven en laat de muisknop los.De relatie die u hebt gemaakt, wordt in de relatiegrafiek weergegeven. Deze relatie is gebaseerd op de gegevens die in het veld Bedrijf in de beide tabellen met elkaar overeenstemmen. Records zijn gerelateerd wanneer gegevens in het veld Bedrijf in een tabel overeenkomen met de gegevens in het veld Bedrijf in de andere tabel (bijvoorbeeld wanneer gegevens in beide tabellen ABC B.V. zijn).
4. Klik op OK om deze relatie op te slaan.
1. Zoals u merkt, bevat de lay-out Bedrijven de adresgegevens voor XYZ Inc., een zakelijke klant van Favoriete bakkerij.
2. Klik op om door de drie records heen te bladeren en informatie voor de andere twee bedrijven te bekijken en geef dan de record voor het bedrijf ABC B.V. weer.
3.
1. Klik op het grafiekgereedschap op de statusbalk, klik op het hoofdgedeelte van de lay-out en sleep een grote rechthoek naar de positie waar de grafiek moet verschijnen.
2. Klik in het Grafiekeninfovenster op Gegevensbron en geef de volgende instellingen op:
Kies Gerelateerde records. Kies Klanten.
3. Klik op Grafiek en geef de volgende instellingen op:
Gebruik een berekening om de grafiektitel in te voeren, zodat deze automatisch wordt bijgewerkt wanneer gebruikers tussen records in de database navigeren:Klik op en kies Berekening opgeven. Typ in het dialoogvenster Berekening opgeven het volgende en klik op OK:FileMaker Pro gebruikt de tekst die u hebt getypt als het begin van de titel, en de gegevens van de huidige record als de bedrijfsnaam. Omdat de tabel die aan deze lay-out is gekoppeld de tabel Bedrijven is, moet u veldnamen uit de gerelateerde tabel Klanten opgeven om ervoor te zorgen dat de titel correct wordt weergegeven. Kies Staaf. Klik voor Gegevens op , kies Veldnaam opgeven, kies de tabel Klanten, kies ::Betaald in de lijst en klik op OK.De kolommen in uw grafiek tonen de gegevenswaarden van het veld Betaald (X-reeks). Dit zijn de gegevens die u meet. Klik voor Gegevens op , kies Veldnaam opgeven, kies de tabel Klanten, kies Achternaam in de lijst en klik op OK.Gegevenswaarden uit het veld Achternaam verschijnen als labels voor de staven in uw grafiek. Dit zijn de gegevens die u vergelijkt. Selecteer Gegevenspunten in grafiek tonen.Tip U kunt klikken of het hoekbesturingselement slepen om de positie van gegevenslabels te wijzigen.
4. Klik op Gereed om het dialoogvenster Grafiek instellen te sluiten.
5. De grafiek wordt bijgewerkt en toont de klanten van het bedrijf dat in de huidige record is weergegeven. Mogelijk dient u terug te keren naar de lay-outmodus en de grootte van de grafiek aan te passen om gegevens correct weer te geven.