Werken met gerelateerde tabellen > Werken met de relatiegrafiek
 
Werken met de relatiegrafiek
Wanneer u de relaties in een FileMaker Pro-database maakt, wijzigt en bekijkt, gebruikt u de relatiegrafiek.
Elk vak in de relatiegrafiek stelt een tabelvermelding voor, een aparte kijk in een enkele onderliggende brontabel. Een enkele brontabel kan als veel tabelvermeldingen voorkomen, elk met een andere naam en die je aan andere tabelvermeldingen kunt koppelen.
U kunt een relatie tussen twee tabelvermeldingen tegelijk maken. U kunt relatieketens tussen veel tabelvermeldingen maken. FileMaker Pro voorkomt echter dat u een relatieketen maakt die een tabelvermelding aan zichzelf koppelt, wat niet om te zetten is.
Omdat elke relatie aanvullende criteria oplegt, moet u goed letten op de context in de relatiegrafiek. De context is het punt in de relatiegrafiek waaruit een relatie wordt geëvalueerd. Omdat een grafiek nooit een lus vormt, worden uw gegevens op elke positie in de grafiek telkens vanuit een ander perspectief bekeken.
Zo geeft u de relatiegrafiek weer:
1. Kies Bestand > Beheren > Database.
2. Klik op het tabblad Relaties en gebruik de knoppen en andere elementen in de relatiegrafiek om relaties te definiëren.
De knoppen van de relatiegrafiek
In de relatiegrafiek worden standaard alle tabellen uit het huidige databasebestand weergegeven.
 
Klik op
Om dit te doen
Knop Tabel toevoegen
Een tabel aan de relatiegrafiek toevoegen
Knop Relatie toevoegen
Een relatie maken
Knop Tabel dupliceren
Geselecteerde tabellen (en relaties) en geselecteerde opmerkingen dupliceren
De knop Bewerken
De geselecteerde relatie, tabelvermelding of opmerking in de relatiegrafiek bewerken
De knop Verwijderen
Geselecteerde relaties, tabelvermeldingen of opmerkingen uit de relatiegrafiek verwijderen
Knop Verticaal uitlijnen
Uitlijnen op de linkerranden, middellijnen of rechterranden van de geselecteerde objecten
Knop Horizontaal uitlijnen
Uitlijnen op de bovenranden, middellijnen of onderranden van de geselecteerde objecten
Knop Objecten distribueren
De geselecteerde objecten horizontaal of verticaal distribueren
Knop Vergroten/verkleinen
Geselecteerde objecten vergroten/verkleinen
Knop Kleurenpalet
De kleur van geselecteerde tabellen of opmerkingen in de relatiegrafiek wijzigen
Knop Object selecteren
De cursor voor het selecteren van objecten kiezen (standaardcursor)
De knop Tekstnotitie toevoegen
Een opmerking aan de relatiegrafiek toevoegen; sleep de cursor in de relatiegrafiek naar de gewenste grootte
Knop Cursor voor vergroten
De cursor voor vergroten (inzoomen) kiezen
Knop Cursor voor verkleinen
De cursor voor verkleinen (uitzoomen) kiezen
Knop Uitvergroting van relatiegrafiek verkleinen
Pas de uitvergroting van de relatiegrafiek aan zodat u alle tabellen kunt zien
Knop Gerelateerde tabellen selecteren
Gerelateerde tabellen van het type 1-verwijderd selecteren of tabellen met dezelfde brontabel selecteren
100%
De weergave van de relatiegrafiek handmatig vergroten of verkleinen, tot 400%
Knop Pagina-einden weergeven
De pagina-einden weergeven
Knop Dialoogvenster Printerinstelling weergeven
Het dialoogvenster Printerinstelling (Windows) of Pagina-instelling (macOS) weergeven
Afdrukken
De relatiegrafiek op meerdere pagina's afdrukken, of aangepast in grootte zodat deze op één pagina past
Andere elementen in de relatiegrafiek
 
Element
Actie
Geeft de namen van de brontabel en het bronbestand weer
Geeft de namen van de brontabel en het bronbestand weer wanneer u de cursor op de koptekst van de tabel plaatst.
Schakelt tussen de tabelweergaven
Schakelt tussen de weergaven van de tabel. Klik eenmaal om alle velden behalve de vergelijkingsvelden samen te vouwen. Klik nogmaals om alles behalve de naam van de tabel samen te vouwen. Klik nogmaals om de tabel opnieuw in de oorspronkelijke grootte weer te geven.
Schakelt tussen de weergaven van tekstnotities
Schakelt tussen de weergaven van de tekstnotitie. Klik eenmaal om de opmerking tot de eerste tekstregel samen te vouwen. Klik nogmaals om de opmerking opnieuw in de oorspronkelijke grootte weer te geven.
Vergelijkingsveld is beschikbaar voor vele records
Geeft aan dat het vergelijkingsveld kan worden gebruikt voor een relatie met veel records (een één-op-veel-relatie).
Vergelijkingsveld kan overeenkomen met één record
Geeft aan dat het vergelijkingsveld bedoeld is voor een relatie met één record (een één-op-één-relatie), bijvoorbeeld een waarde die automatisch wordt ingevoerd.
Indicator voor niet-geïndexeerd vergelijkingsveld
Geeft aan dat de relatie niet kan worden gemaakt. Er ontbreekt bijvoorbeeld een vergelijkingsveld of er is een niet-geïndexeerd veld (zoals een niet-opgeslagen berekend veld of een globaalveld), of de tabel die zich het dichtst bij de indicator bevindt ontbreekt of is niet beschikbaar.
Indicator voor relationele operator
Geeft de relationele operator weer, of Indicator voor veelzijdige relatie voor een veelzijdige relatie.
Verwante onderwerpen 
Werken met gerelateerde tabellen
Relaties
Relaties maken en wijzigen
Tabelvermeldingen toevoegen en selecteren
Een oplossing maken