Verwijzingen > Naslaggegevens voor scriptactiveringen > BijVastleggenRecord
 
BijVastleggenRecord
Voert een script uit voordat een gewijzigde record wordt vastgelegd.
Een record wordt onder meer door de volgende acties vastgelegd:
een gebruiker wijzigt gegevens in een record en gaat naar een andere record
een gebruiker wijzigt een record en gaat meteen daarna naar het dialoogvenster Database beheren
een gebruiker drukt op Enter
een gebruiker klikt op de lay-out buiten de geactiveerde record nadat de record is gewijzigd
scriptstappen die een andere record actief maken als de vorige record is gewijzigd
een script voert een Records/verzoeken vastleggen scriptstap uit.
Wanneer wordt het script uitgevoerd
Voordat de gebeurtenis is verwerkt.
De modi waarin de activering kan worden gebruikt
Modi Bladeren en Zoeken.
Resultaat
U kunt de Script afsluiten scriptstap in het geactiveerde script gebruiken om Waar of Onwaar als resultaat te geven.
Waar: de gebeurtenis die het script activeerde, gaat verder.
Onwaar: de gebeurtenis die het script activeerde, is geannuleerd.
Compatibiliteit 
 
Waar de scriptactivering in werking wordt gezet 
Ondersteund 
FileMaker Pro 
Ja 
FileMaker Server 
Ja 
FileMaker Go 
Ja 
Custom Web Publishing 
Ja 
FileMaker WebDirect 
Ja 
Runtime-oplossing 
Ja 
Afkomstig van 
FileMaker Pro 10.0
Opmerkingen
Wanneer u van de ene naar de andere record binnen een portaal gaat, wordt de record niet vastgelegd; deze gewijzigde records worden vastgelegd wanneer de focus de hoofdrecord verlaat waarmee zij zijn gerelateerd.
Deze activering treedt alleen in werking wanneer er niet-vastgelegde wijzigingen in de record zijn.
Een record verlaten waarop met het toetsenbord de focus was gelegd, zet deze scriptactivering in werking, maar alleen wanneer de record die wordt verlaten was gewijzigd.
Zie Acties die geen scriptactiveringen in werking zetten voor een lijst met acties die deze scriptactivering niet in werking zetten.
Verwante onderwerpen 
Scriptactiveringen instellen
Scriptactiveringen instellen voor lay-outs
Scriptactiveringen instellen voor objecten