Als u een bestand wilt samengebruiken, opent u het bestand met een account waaraan het toegangsprivilege
Uitgebreide privileges beheren is toegewezen. Wanneer het samengebruik voor een bestand is ingeschakeld, wordt de eerste gebruiker die het bestand opent, automatisch de host van het bestand. Gebruikers hoeven niet over het toegangsprivilege
Uitgebreide privileges beheren te beschikken om een database te kunnen hosten, maar ze moeten wel over toegangsprivileges beschikken waarmee de status voor het samengebruik van een bestand kan worden gewijzigd. Zie
Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges voor meer informatie.
Als u een FileMaker Pro-bestand wilt
hosten, opent u het bestand en maakt u dit beschikbaar voor andere gebruikers van FileMaker Pro op het lokale netwerk. Andere gebruikers die het bestand openen, worden clients van het bestand.