Wanneer u Uitvoerbestand opgeven inschakelt, wordt het dialoogvenster Uitvoerbestand opgeven geopend, waarin u de naam en de locatie voor de kopie kunt opgeven. Zie
Bestandspaden maken voor meer informatie. Als u geen bestand opgeeft, maakt FileMaker Pro een kopie van het huidige bestand en wordt het dialoogvenster Opslaan als geopend, zodat de gebruiker opties voor kopiëren kan opgeven. U kunt ook bepalen wat er gebeurt na het opslaan:
Bestand automatisch openen of
E-mail maken met bestand als bijlage.
Met de opties in de keuzelijst Opgeven kunt u een opmaak voor het opslaan opgeven:
kopie van actief bestand,
gecomprimeerde kopie (kleiner) of
kloon (geen records) of
zelfstandige kopie (één bestand).