Scriptactiveringen instellen voor objectenU kunt scriptactiveringen instellen om in werking te treden wanneer er acties worden uitgevoerd op een bepaald object binnen een bepaalde lay-out.
4.
5.
7. (Optioneel) Als u een scriptparameter wilt opgeven, typt u de gewenste tekst. U kunt ook klikken op Bewerken, in het dialoogvenster Berekening opgeven een meer complexe parameter samenstellen en op OK klikken.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Script opgeven te sluiten.
10. Klik op OK.Een badge of op het object of de objecten waarop u de scriptactivering hebt ingesteld. (De badge die verschijnt, hangt af van de grootte van het object.) Als u geen badge ziet, kiest u op de menubalk Weergave > Tonen > Scriptactiveringen.
• Wijzigingen die in een bepaalde lay-out worden aangebracht op een object activeren in een andere lay-out niet de scriptactiveringen op hetzelfde object.
• Als u een scriptactivering wilt uitschakelen maar niet verwijderen, wist u de modusselectievakjes.
• Als u meerdere objecten selecteert die verschillende instellingen hebben voor een scriptactivering, wordt in het dialoogvenster Scriptactiveringen instellen een minteken (“-”) weergegeven om aan te geven dat de activering niet is ingesteld op sommige objecten.
• U kunt de instellingen ongewijzigd laten door op OK te klikken of u kunt de instellingen wijzigen door op het selectievakje te klikken.