Een app op maat maken > Containervelden instellen om gegevens extern op te slaan > Containergegevens overbrengen
 

Containergegevens overbrengen

Wanneer u voor een containerveld opgeeft dat de gegevens extern moeten worden opgeslagen, worden eventuele ingesloten gegevens in het veld niet automatisch naar de externe directory verplaatst. Als u wilt dat ingesloten gegevens extern worden opgeslagen, moet u de gegevens overbrengen door de volgende stappen uit te voeren: FileMaker Pro Advanced verplaatst de gegevens naar de opgegeven basisdirectory aan de hand van de instellingen die u in het dialoogvenster 'Opties voor veld' hebt geselecteerd.

Verder kunt u gegevens overbrengen die in het containerveld voor externe opslag zijn ingevoegd, gegevens in de beveiligde opslag converteren naar open opslag en andersom, gegevens verplaatsen van de ene basisdirectory naar de andere en bestanden verplaatsen wanneer de berekening voor het pad voor open opslag is gewijzigd. Bestanden die als verwijzing in een containerveld zijn opgeslagen en ook specifieke ingesloten containergegevens (zoals tekstobjecten en lay-outobjecten) worden niet overgebracht.

U moet over volledige toegangsprivileges beschikken om gegevens te kunnen overbrengen.

Zo brengt u containergegevens over:

1. Als u de opslagopties voor een containerveld hebt gewijzigd in het dialoogvenster Opties voor veld en daarna het dialoogvenster sluit, verschijnt het dialoogvenster Containergegevens overbrengen.

Opmerking  U kunt ook in het dialoogvenster Containers beheren op Gegevens overbrengen klikken. Op het scherm verschijnt dan het dialoogvenster Containergegevens overbrengen, waarin alle containervelden zijn weergegeven waarvoor u een gegevensoverdracht kunt uitvoeren.

2. Als u informatie over de bestemming wilt weergeven (alsook of de gegevens zijn ingesloten of extern worden opgeslagen, en de basisdirectory, het opslagtype en het bestandspad), klikt u in de lijst op het desbetreffende veld (niet op het selectievakje).

Deze informatie wordt onder de lijst getoond.

3. Standaard zijn de velden voor gegevensoverdracht geselecteerd. Als u een veld niet in de gegevensoverdracht wilt opnemen, schakelt u het selectievakje naast het gewenste veld uit.

4. Klik op Overbrengen.

Vervolgens zal FileMaker Pro Advanced de gegevens van alle geselecteerde velden naar hun bestemmingen overzetten.

Als u de gegevensoverdracht wilt stopzetten, klikt u in het dialoogvenster Containergegevens overbrengen op Stoppen. Als u de gegevensoverdracht stopt, worden de gegevens die reeds zijn overgebracht niet teruggezet. U kunt het overdrachtproces op elk gewenst ogenblik hervatten door de bovenstaande stappen te volgen.

5. Wanneer de gegevensoverdracht is voltooid, verschijnt het dialoogvenster Samenvatting overdracht met hierin informatie over de status, het aantal overgebrachte bestanden en het aantal overgeslagen bestanden. Klik op OK.

6. Klik op Logbestand openen wanneer u een logbestand van de gegevensoverdracht wilt weergeven.

Lees het volgende gedeelte voor informatie over de inhoud van dit bestand.

Het bestand Overdracht.log lezen

Het bestand Overdracht.log bevat informatie over de containergegevens die niet konden worden overgebracht.

De recentere gegevens worden toegevoegd aan de bestaande gegevens in het bestand Overdracht.log. Mogelijk moet u dus naar het eind van het bestand bladeren om de resultaten van de laatste gegevensoverdracht te zien.

Van links naar rechts worden in kolommen de datum, tijd en tijdzone van de gegevensoverdracht weergegeven, de bestandsnaam, het foutnummer en een beschrijving van de gebeurtenis in de gegevensoverdracht.

Opmerkingen 

Voor bestanden gehost door FileMaker Cloud kunt u:

geen gegevens met beveiligde opslag naar open opslag converteren

geen gegevens met beveiligde opslag aan het containerveld overdragen