Gegevens afdrukken en een schermafdruk weergeven > Records afdrukken
 

Records afdrukken

1. Zoek en sorteer de records die u in een grafiek wilt afdrukken.

Raadpleeg Records zoeken en Records sorteren.

Tip  Als u wilt zien hoe een papieren exemplaar eruitziet alvorens u afdrukt, klikt u op Schermafdruk in de lay-outbalk (modus Bladeren).

2. Kies Bestand > Afdrukken.

3. Kies in het dialoogvenster 'Afdrukken' bij Afdrukken de gewenste optie (Windows) of kies FileMaker Pro Advanced in het venstermenu (macOS).

 

Als u dit wilt afdrukken

Kies

Alle records in de gevonden reeks

Records die worden doorgebladerd

Alleen de huidige geselecteerde record in de bladermodus.

Huidige record

Een lege record met de huidige lay-out (gebruik deze optie om een leeg "formulier" af te drukken)

Leeg record, met velden en kies een opmaakoptie

macOS: Als u de opties niet ziet, klikt u op Details tonen

4. Selecteer andere printerinstellingen en klik vervolgens op OK (Windows) of Afdrukken (macOS).

De overige afdrukopties zijn afhankelijk van de printer en de systeemsoftware die u gebruikt. Raadpleeg de documentatie bij de printer en het systeem.

Opmerkingen 

U kunt bij het afdrukken van records met wisselende hoeveelheden gegevens lege ruimte "opvullen" door opties voor verschuiving op te geven. Bovendien kunt u samenvoegvelden gebruiken om lege ruimte in veldgegevens te verwijderen. Raadpleeg Lege ruimten op afdrukken verwijderen en Samenvoegvelden in een lay-out plaatsen.

Wanneer u een veld of een portaal met een schuifbalk afdrukt, drukt FileMaker Pro Advanced alleen de gegevens af die zonder te schuiven zichtbaar zijn. Als u alle gegevens wilt afdrukken, dupliceert u de lay-out en maakt u het veld of portaal groter zodat de grootst mogelijke hoeveelheid gegevens kan worden weergegeven. Daarna geeft u opties voor verschuiving op zodat de lege ruimte bij het afdrukken wordt opgevuld. Raadpleeg Werken met velden in een lay-out en Lege ruimten op afdrukken verwijderen.

Wanneer u lay-outs met vensterbesturingselementen afdrukt, worden alleen het voorste tabblad of schuifpaneel afgedrukt.

U kunt popover-knoppen afdrukken, maar geen popover-vensters of de inhoud van popover-vensters.

Navigatiegedeelten en objecten erin worden niet afgedrukt of verschijnen niet op een schermafdruk.

De plaatshouder van tekst wordt alleen afgedrukt als u ervoor kiest om een lege record met de plaatshouder van tekst af te drukken. De plaatshouder van tekst wordt niet afgedrukt bij records waardoor wordt gebladerd of in de huidige record.

Alleen de gegevens die binnen de veldbegrenzingen vallen, kunt u weergeven en afdrukken. U kunt de begrenzingen wijzigen door het veld in de lay-outmodus te vergroten of te verkleinen. Raadpleeg De grootte en vorm van objecten wijzigen.

In de schermafdrukmodus ziet u:

hoeveel records op een afgedrukte pagina passen

wat het effect van de gekozen pagina-instellingen is op de pagina-einden (zie Pagina-einden en -nummers definiëren)

subresumégedeelten met berekende resumévelden

variabele informatie geleverd door FileMaker Pro Advanced, zoals paginanummers of de huidige datum

de gedefinieerde paginamarges (zie Paginamarges opgeven)

hoe velden waarvoor verschuivingsopties zijn ingesteld lege ruimte opvullen

records die zijn gerangschikt in kolommen als u in het dialoogvenster Lay-outinstelling hebt opgegeven dat in kolommen wordt afgedrukt (zie Het afdrukken van records in kolommen instellen)

popover-knoppen en de voorste vensters van vensterbesturingselementen

Verwante onderwerpen 

Voorkomen dat objecten worden afgedrukt