Beveiliging beheren > Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges
 

Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges

Accounts

Accounts verifiëren gebruikers die een beveiligd bestand proberen te openen. Elke account heeft een unieke accountnaam en (meestal) ook een wachtwoord, waarmee een gebruiker kan worden geïdentificeerd. Iedere gebruiker die geen geldige accountgegevens opgeeft, zal een beveiligd bestand niet kunnen openen. Elk bestand bevat aanvankelijk twee accounts: Admin en Gast.

Het wordt aanbevolen dat alle personen die toegang krijgen tot een bestand, hun eigen account gebruiken. Zo kunt u de identiteit van bepaalde gebruikers verifiëren en kunt u op individueel niveau hun toegang beheren.

FileMaker Pro Advanced werkt met accounts die in een FileMaker Pro Advanced-bestand (ook wel FileMaker-bestandsaccounts genoemd) zijn gedefinieerd en met accounts die extern zijn gedefinieerd. Voor het verlenen van toegang tot gebruikers of groepen waarvan de accounts extern worden gedefinieerd, moet u accounttoegangsinvoeren in het bestand aanmaken, die gebruikersaccounts of de groepen waar de gebruikers in zitten, aan privilegesets koppelen.

Raadpleeg Accounttoegang instellen en bewerken en De accounts Admin en Gast.

Privilegesets

Een privilegeset bepaalt het niveau van de toegang tot een bestand. Wanneer u een privilegeset maakt, kunt u kiezen uit tal van beschikbare opties om de toegang te beperken. U kunt bijvoorbeeld beperken welke lay-outs kunnen worden weergegeven, welke menu's beschikbaar zijn en instellen of afdrukken is toegestaan. Privilegesets kunnen ook de toegang beperken tot bepaalde tabellen, records of velden in een bestand. Aan alle gebruikers of groepen gebruikers wordt een privilegeset toegewezen, die het toegangsniveau bepaalt wanneer iemand met hun account een bestand opent.

U kunt net zoveel privilegesets maken als u nodig hebt om de toegangstypen te definiëren die u voor een bestand wilt toestaan. Elk bestand bevat drie vooraf gedefinieerde privilegesets voor algemene toegangsniveaus.

Raadpleeg Vooraf gedefinieerde privilegesets gebruiken en Privilegesets maken en bewerken.

Uitgebreide privileges

Uitgebreide privileges bepalen welke opties voor het delen van gegevens worden toegestaan door een privilegeset, bijvoorbeeld of een privilegeset gebruikers toestaat om een gedeeld bestand te openen of een database weer te geven in een webbrowser. Raadpleeg Uitgebreide privileges bewerken voor een privilegeset en Uitgebreide privileges maken en bewerken.

Een gebruiker die probeert een beveiligd bestand te openen of er toegang tot te krijgen, moet accountgegevens opgeven. Als de privilegeset voor de gebruiker of groep het type uitgebreid privilege niet toestaat dat door de gebruiker is aangevraagd, verschijnt een bericht waarin wordt gemeld dat de gebruiker op deze manier geen toegang krijgt tot het bestand.

Alle uitgebreide privileges voor een bestand met uitzondering van fmreauthenticate10 zijn standaard uitgeschakeld, zelfs in de privilegeset voor volledige toegang.

Als u uitgebreide privileges inschakelt, wordt slechts met bepaalde privilegesets toegang tot gedeelde gegevens toegestaan. Als u toegang wilt krijgen tot de gedeelde gegevens, moet u de deling voor het gewenste toegangstype configureren. Zie Bestanden delen in een netwerk, ODBC en JDBC gebruiken met FileMaker Pro Advanced of Databases publiceren op het web.

Privileges beveiligen één bestand

De privileges die u instelt, zijn slechts van toepassing op één bestand en alle tabellen in dat bestand. Als uw app op maat meerdere bestanden bevat die u wilt beveiligen, kunt u al deze bestanden samenvoegen in één bestand met meerdere tabellen. Vervolgens kunt u in één bestand privileges definiëren voor het toegangsbeheer van de volledige app op maat. Als u de bestanden niet wilt samenvoegen in één bestand, dient u privileges te definiëren in elk bestand dat items bevat die u wilt beveiligen.

Belangrijk  Als u in één bestand een relatie maakt die verwijst naar een tabel in een ander bestand, kunt u de toegangsprivileges voor de gerelateerde tabel niet beheren in het eerste bestand. De toegang tot de tabel wordt beheerd met de privileges die in het andere bestand zijn gedefinieerd.

Als u een app op maat met meerdere bestanden hebt waarvan een groot aantal bestanden is beveiligd, moet u overwegen om in elk beveiligd bestand identieke accounttoegang te verlenen. Wanneer één beveiligd bestand probeert toegang te krijgen tot een ander beveiligd bestand (bijvoorbeeld bij toegang tot gerelateerde gegevens of uitvoering van een script in het tweede bestand), proberen FileMaker-clients in eerste instantie om het tweede bestand te openen met de gebruikersgegevens waarmee het eerste bestand ook werd geopend. Als de accounttoegang van de gebruiker hetzelfde is, geven FileMaker-clients het dialoogvenster Openen niet weer. In andere gevallen wordt het dialoogvenster Openen wel weergegeven, zodat de gebruiker gegevens kan invoeren voor een account die wel toegang heeft tot het tweede bestand.

Opmerkingen 

Wanneer u toegang krijgt tot een bestand als een ODBC- of JDBC-gegevensbron, biedt die externe gegevensbron de toegangsprivileges voor de gegevens. U kunt vereisten voor toegangsprivileges toevoegen in FileMaker Pro Advanced. Raadpleeg ODBC-gegevensbronnen bewerken.