U kunt FileMaker Pro Advanced gebruiken als gegevensbron om uw databasebestanden te delen met toepassingen die ODBC en JDBC ondersteunen.
Belangrijk Voorkom dat gegevens niet per ongeluk worden gewijzigd of verwijderd: Andere toepassingen kunnen onbeschermde, gedeelde gegevens bijwerken en verwijderen. Reviseer de privilegesets die u hebt toegewezen aan accounts die toegang krijgen tot gedeelde databasebestanden. Voor een minimaal beveiligingsniveau moet u voor het databasebestand accounts en wachtwoorden opgeven.
1. Open de databasebestanden.
Als u de status voor samengebruik van een bestand wilt inschakelen of wijzigen, moet u het bestand openen met een account die beschikt over toegangsprivileges van het niveau Uitgebreide privileges beheren. Raadpleeg Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges voor meer informatie.
2. Kies het menu Bestand > Samengebruik > ODBC/JDBC inschakelen.
3. Stel de optie ODBC/JDBC delen in op Aan.
4. Selecteer in de lijst met geopende bestanden de bestandsnaam of bestandsnamen die u wilt samengebruiken.
5. Kies de gebruikers die toegang kunnen hebben tot het bestand.
Kies | Om dit te doen |
Alle gebruikers | Toegang te geven aan gebruikers met om het even welke account. |
Gebruikers per privilegeset opgeven | Toegang te geven aan gebruikers met accounts waaraan een van de geselecteerde privilegesets is toegewezen. Klik op Opgeven om de privileges te selecteren die de accounts moeten hebben om toegang te krijgen tot het gedeelde databasebestand. De accounts die toegang moeten krijgen tot het databasebestand moeten beschikken over het uitgebreide fmxdbc-privilege Toegang via ODBC/JDBC. Gebruikers moeten mogelijk hun accountnaam en wachtwoord invoeren die in het dialoogvenster Beveiliging beheren zijn gedefinieerd. Dit is afhankelijk van de instelling in het dialoogvenster Bestandsopties (raadpleeg Bestandsopties instellen). |
Geen gebruikers (de standaardinstelling) | Te voorkomen dat gebruikers toegang tot de database hebben met behulp van ODBC/JDBC. |
6. Herhaal stappen 3 tot en met 5 voor elke database die u wilt publiceren.
7. Klik op OK.
Elk FileMaker Pro Advanced-databasebestand dat is geopend en voor toegang is ingesteld, is een aparte gegevensbron (maak een DSN voor elk afzonderlijk FileMaker-databasebestand waartoe u toegang wilt).
Voor instructies voor de installatie van de FileMaker ODBC-clientstuurprogramma's raadpleegt u FileMaker Handleiding voor ODBC en JDBC. Als u meer informatie wilt over de ondersteunde SQL-instructies, uitdrukkingen, catalogusfuncties, raadpleegt u u de FileMaker-naslaggegevens voor SQL en de FileMaker Handleiding voor ODBC en JDBC.
Opmerking Vermijd het gebruik van spaties in de veldnamen van uw databasebestanden als u van plan bent deze via ODBC en JDBC te delen. In bepaalde SQL-opvraagprogramma's zijn spaties in de namen van kolommen namelijk niet toegestaan.
Belangrijk Als u de optie voor samengebruik via ODBC/JDBC uitschakelt nadat deze was ingeschakeld, wordt de toegang tot de gegevens in FileMaker Pro Advanced onmiddellijk geblokkeerd. Er verschijnt geen foutmelding en de clienttoepassing moet de gebruikers melden dat de gegevens niet meer beschikbaar zijn en dat de bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd.