Bestanden delen in een netwerk > Gedeelde bestanden openen als een client
 
Gedeelde bestanden openen als een client
Wanneer een bestand door de host is geopend en via FileMaker Network wordt samengebruikt, krijgt u toegang tot het bestand als client.
Zo opent u een gedeeld bestand als client:
1. Kies Bestand > Openen op afstand.
Het Startpaneel wordt geopend en geeft het tabblad Hosts weer. Als geen hosts worden weergegeven, klikt u op Knop Lijst met hosts tonen/verbergen op het tabblad Hosts. Favoriete hosts verschijnen boven aan de lijst.
Typ in het zoekvak boven de lijst met hosts enkele tekens van de hostnaam of scrol door de lijst met hosts.
2. Klik op een hostnaam om de beschikbare bestanden op die host te zien.
Klik op Lijstknop op tabblad Hosts om bestanden in een lijst te bekijken. Klik op Tegelknop op tabblad Hosts om bestanden als tegels te bekijken.
Als u de host wilt bewerken, raadpleegt u “Zo kunt u favoriete hosts toevoegen en bewerken” hieronder.
3. Selecteer het bestand dat u wilt openen en klik vervolgens op Openen (of dubbelklik op de bestandsnaam).
Opmerking  U kunt een eigen pictogram selecteren om een bestand in het Startpaneel voor te stellen. Raadpleeg Bestandsopties instellen.
Zo opent u een gedeeld bestand als een client via een bestandspad in het netwerk:
1. Klik in het Startpaneel op het tabblad Hosts, klik op Knop van actiemenu en kies vervolgens Bestandspad in netwerk.
2. Bij Bestandspad in netwerk voert u het adres en de bestandsnaam van het gedeelde bestand in deze structuur in:
fmnet:/adres/bestandsnaam
Bijvoorbeeld:
een IPv4-adres: fmnet:/192.168.10.0/Mijn adressen
een IPv6-adres: fmnet:/[2001:0DB8:85A3:08D3:1319:8A2E:0370:7334]/Mijn adressen
een DNS-naam: fmnet:/host.domein.com/Mijn adressen
Merk op dat fmnet:/ één enkele schuine streep gebruikt.
3. Klik op OK.
Zo kunt u favoriete hosts toevoegen en bewerken:
1. Klik in het Startpaneel op het tabblad Hosts en voer dan één van de volgende handelingen uit:
Als u een host als favoriet wilt toevoegen, klikt u op Knop Favoriete host toevoegen om het dialoogvenster 'Favoriete host toevoegen' weer te geven.
Selecteer een bestaande favoriete host als u deze host wilt bewerken. Klik op Knop van actiemenu en kies vervolgens Favoriete host bewerken om het dialoogvenster 'Favoriete host bewerken' weer te geven.
2. In het dialoogvenster 'Favoriete host bewerken' voert u bij Internet-adres van host het IP-adres of de domeinnaam van de host in.
Voer IP-adressen in de volgende opmaken in:
IPv4: 192.168.10.0
IPv6: [2001:0DB8:85A3:08D3:1319:8A2E:0370:7334]
Gebruik voor domeinnamen de structuur host.domein.com
3. (optioneel) Typ bij Naam van favoriete host een naam voor de host.
Als u geen naam invoert, wordt alleen het internetadres van de host weergegeven op het tabblad Hosts in het Startpaneel.
4. Kies onder Bestandsinstellingen de optie waarmee alle beschikbare bestanden (standaard) of alleen de opgegeven bestanden worden weergegeven.
Als u Alleen deze bestanden weergeven kiest, voert u elke bestandsnaam in op een nieuwe regel en voegt u aan het einde van elke regel een regelterugloop in.
5. Klik op Opslaan.
Zo verwijdert u een favoriete host:
1. Klik in het Startpaneel op het tabblad Hosts.
2. Klik op Hostpictogram met favoriet naast de hostnaam.
Zo geeft u een LDAP-server op:
1. Klik in het Startpaneel op het tabblad Hosts.
2. Klik op Knop van actiemenu en kies vervolgens LDAP configureren.
3. Voer onder Serverinformatie informatie over de server in.
(Voor deze informatie dient u mogelijk contact op te nemen met uw netwerkbeheerder.)
 
Voor
Gaat u als volgt te werk
Serveradres
Voer de domeinnaam van de server in de volgende opmaak in:
host.domein.com
of voer het IP-adres van de server in één van deze structuren in:
IPv4: 192.168.10.0
IPv6: [2001:0DB8:85A3:08D3:1319:8A2E:0370:7334]
LDAP-poort
Behoud of wijzig het poortnummer. (Als u de oorspronkelijke waarde wilt herstellen, klikt u op Standaardwaarden gebruiken.) Selecteer SSL (Secure Sockets Layer) gebruiken als uw LDAP-server een beveiligde verbinding ondersteunt.
Zoekbasis
Voer een tekenreeks in voor de zoekbasis van de LDAP-host.
4. Windows: Schakel in het onderdeel Aanmeldingsinstellingen de optie Windows-verificatie gebruiken in of uit. Vervolgens:
Als u deze optie hebt ingeschakeld, kiest u Aanmelden als huidige gebruiker of kiest u Aanmelden met account en typt u vervolgens uw accountnaam, wachtwoord en domeinnaam.
Als u dit selectievakje niet hebt ingeschakeld, kiest u Anoniem aanmelden of kiest u Aanmelden met account en typt u uw accountnaam en wachtwoord.
5. Klik op OK.
Opmerkingen 
Wanneer u een gehost bestand opent, ziet u mogelijk een hangslotpictogram dat het beveiligingsniveau van de verbinding met de host aangeeft. Raadpleeg Hangsloten van beveiliging.
Wanneer u een gedeeld bestand opent dat een OAuth-identiteitsprovider voor de verificatie gebruikt, gebruikt u de volledig gekwalificeerde domeinnaam van de host (bijvoorbeeld host.domein.com). Het gebruik van de hostnaam die automatisch in de lijst met hosts in het Startpaneel wordt weergegeven, werkt mogelijk niet in bepaalde omstandigheden.
Verwante onderwerpen 
Werken met favoriete bestanden en hosts
Voorkeuren voor toegestane hosts instellen