Verwijzingen > Naslaggegevens voor scriptactiveringen > BijVerlatenObject
 
BijVerlatenObject
Voert een script uit wanneer een actief object wordt verlaten doordat:
een gebruiker met de Tab-toets naar een ander object gaat
een gebruiker op een ander object klikt
een scriptstap probeert een ander object het actieve object te maken
een gebruiker een dialoogvenster wil openen dat er normaal voor zou zorgen dat het veld wordt verlaten
een gebruiker wil bewegen tussen rijen in een portaalobject
een gebruiker wil bewegen tussen herhalingen in een herhalend veld.
Wanneer wordt het script uitgevoerd
Voordat de gebeurtenis is verwerkt.
De modi waarin de activering kan worden gebruikt
Modi Bladeren en Zoeken.
Resultaat
U kunt de Script afsluiten scriptstap in het geactiveerde script gebruiken om Waar of Onwaar als resultaat te geven.
Waar: de gebeurtenis die het script activeerde, gaat verder.
Onwaar: de gebeurtenis die het script activeerde, is geannuleerd.
Compatibiliteit 
 
Waar de scriptactivering in werking wordt gezet 
Ondersteund 
FileMaker Pro 
Ja 
FileMaker Server 
Ja 
FileMaker Go 
Ja 
Custom Web Publishing 
Ja 
FileMaker WebDirect 
Gedeeltelijk 
Runtime-oplossing 
Ja 
Afkomstig van 
FileMaker Pro 10.0
Opmerkingen 
In FileMaker WebDirect wordt deze scriptactivering niet in werking gezet wanneer deze aan een web viewer is toegewezen.
De activering wordt in werking gezet ongeacht hoe het object is opgemaakt.
Als het object is ingesteld om geen invoer toe te staan, kan het script alleen worden geactiveerd als het object is geselecteerd met een scriptstap.
De BijToegangObject scriptactivering, de scriptactivering 'BijVerlatenObject' en BijToetsaanslagObject scriptactivering kunnen in werking worden gezet wanneer ze toegewezen aan resumé- en berekeningvelden zijn toegewezen.
Als u op een andere portaalrij klikt, zet u eerst de scriptactivering 'BijVerlatenObject' in werking die is ingesteld op de rij die wordt verlaten en vervolgens de BijToegangObject scriptactivering voor de nieuwe rij. Net als bij BijVerlatenObject-scriptactiveringen die zijn toegewezen aan andere objecten, wordt de scriptactivering in werking gezet voor de afsluiting, en het script bepaalt of de afsluiting succesvol is op basis van het resultaat van het script.
Bladeren maakt het object niet actief en zet deze scriptactivering niet in werking.
Zie Acties die geen scriptactiveringen in werking zetten voor een lijst met acties die deze scriptactivering niet in werking zetten.
BijVerlatenObject zal niet worden geactiveerd vanuit een portaal dat zich in de zoekmodus bevindt.
Verwante onderwerpen 
Scriptactiveringen instellen
Scriptactiveringen instellen voor lay-outs
Scriptactiveringen instellen voor objecten