Objecten, lay-outgedeelten en lay-outachtergrond bewerken > Objecten benoemen
 
Objecten benoemen
U kunt namen toewijzen aan objecten en gegroepeerde objecten. Sommige scriptstappen en functies gebruiken deze namen om op te geven op welk object ze worden uitgevoerd.
Zo benoemt u een object:
1. Selecteer in de lay-outmodus het object of het gegroepeerde object waaraan u een naam wilt geven.
2. Klik op Infovenster Knop Infovenster in de lay-outbalk en klik vervolgens op Positie Positie.
3. Typ in het gebied Positie een waarde voor Naam.
4. Druk op Enter of Tab of klik buiten het infovenster om de wijzigingen toe te passen.
Opmerkingen 
U kunt een object ook een naam geven via het venster Lay-outobjecten. Raadpleeg Het venster Lay-outobjecten gebruiken om met objecten te werken.
Als u de navigatie naar een object van een willekeurig type moet automatiseren, wijst u een naam toe aan het object en maakt u een script dat de scriptstap Ga naar object gebruikt. Als u in een lay-out meer dan één exemplaar van hetzelfde veld hebt (bijvoorbeeld hetzelfde veld op verschillende deelvensters met tabblad), wijst u een objectnaam toe aan de kopie van het veld waarnaar u wilt navigeren. Gebruik de scriptstap Ga naar object, in plaats van de scriptstap Ga naar veld, en verwijs naar de gewenste kopie van het veld door middel van zijn objectnaam in plaats van zijn veldnaam.
Objectnamen zijn niet hoofdlettergevoelig.
U kunt een naam aan een apart object toewijzen of aan een gegroepeerd object, maar niet aan meerdere objecten. Afzonderlijke objecten behouden hun namen, zelfs wanneer u ze groepeert. Als u echter de namen van individuele objecten in een groep in het Infovenster wilt zien of bewerken, moet u eerst de groepering ervan opheffen.
De naam die u aan een veld geeft in het dialoogvenster Database beheren staat los van de objectnaam.