Verwijzingen > Sneltoetsen (Windows) > Sneltoetsen voor databasebeheer (Windows)
 
Sneltoetsen voor databasebeheer (Windows)
Gebruik de volgende sneltoetsen wanneer u in het dialoogvenster 'Database beheren' werkt.
Sneltoetsen voor veldtypen
Gebruik deze sneltoetsen op het tabblad Velden van het dialoogvenster 'Database beheren'.
 
Als u dit veldtype wilt toewijzen
Drukt u op deze toets
Tekst
Ctrl-T
Getal
Ctrl-N
Datum
Ctrl-D
Tijd
Ctrl-I
Tijdstempel
Ctrl-M
Container
Ctrl-R
Berekening
Ctrl-L
Overzicht
Ctrl-S
Sneltoetsen voor het rangschikken en selecteren van tabellen en relaties
 
Om dit te doen
Drukt u op deze toets
De selectie in de relatiegrafiek verplaatsen, waarbij telkens afzonderlijk de tabellen, notities of relaties worden geselecteerd
Pijl-omhoog, Pijl-omlaag, Pijl-links, Pijl-rechts
De selectie telkens naar een volgend object verplaatsen
Shift-Pijl-omhoog, Shift-Pijl-omlaag, Shift-Pijl-links, Shift-Pijl-rechts
De selectie verplaatsen naar een object dat tekst bevat die met bepaalde tekens begint
Typ de tekens.
Opmerking  Als meerdere objecten met dezelfde tekens beginnen, kunt u de selectie naar de volgende vermelding verplaatsen door op Ctrl-G te drukken of de tekens opnieuw te typen.
Overschakelen tussen de relatiegrafiek en de opdrachtknoppen
Tab
Het geselecteerde object verplaatsen
Ctrl+Pijl omhoog, Ctrl+Pijl omlaag, Ctrl+Pijl-links, Ctrl+Pijl-rechts nadat u een tabel hebt geselecteerd, of sleep de geselecteerde tabel
Het geselecteerde object vergroten/verkleinen
Ctrl+Shift+Pijl omhoog, Ctrl+Shift+Pijl omlaag, Ctrl+Shift+Pijl-links, Ctrl+Shift+Pijl-rechts nadat u een volledig uitgevouwen tabel hebt geselecteerd
Meerdere tabellen selecteren
Houd Shift ingedrukt en klik op meerdere tabellen of selecteer meerdere tabellen door met de aanwijzer te slepen
Opmerking  Als u tabellen wilt selecteren door een selectievak over de tabellen te slepen, moet u tijdens het slepen de Ctrl-toets ingedrukt houden.
Alle tabellen en opmerkingen selecteren
Ctrl-A
Alle tabellen selecteren
Ctrl-Shift-A
Alle tabellen selecteren die rechtstreeks aan de huidige geselecteerde tabel zijn gerelateerd
Ctrl-Y
Tabellen met dezelfde brontabel selecteren
Ctrl-U
De weergavestatus van geselecteerde tabellen of notities in-/uitschakelen
Ctrl-T
Sneltoetsen voor de relatiegrafiek
 
Om dit te doen
Drukt u op deze toets
Een tabel toevoegen
Ctrl-Shift-T
Een tabel bewerken
Ctrl-O wanneer één tabel is geselecteerd
Een tabel verwijderen
Delete-toets, wanneer u één of meer tabellen hebt geselecteerd
Een relatie toevoegen
Ctrl-Shift-R
Een relatie bewerken
Ctrl-O wanneer één relatie is geselecteerd
Een relatie verwijderen
Delete-toets, wanneer u één of meer relaties hebt geselecteerd
Een tekstnotitie toevoegen
Ctrl-Shift-N
Een selectie dupliceren
Ctrl-D, of Ctrl terwijl u sleept
De cursor voor het selecteren van objecten kiezen en behouden
Ctrl-R
De cursor voor uitvergroting kiezen en behouden
Ctrl- = (gelijkteken)
Opmerking  Shift-klikken kiest tijdelijk de cursor voor verkleining.
De cursor voor verkleining kiezen en behouden
Ctrl-- (koppelteken)
Opmerking  Shift-klikken kiest tijdelijk de cursor voor vergroting.
Het notitiegereedschap kiezen en behouden
Ctrl-N
Het percentage voor de weergave van de relatiegrafiek wijzigen
Typ een procentuele waarde en druk op Enter
De selectie verplaatsen van de relatiegrafiek naar de opdrachtknoppen en van links naar rechts verder gaan
Tab
Met de opdrachtknoppen de selectie verplaatsen van rechts naar links en van de knop Tabel toevoegen naar de relatiegrafiek
Shift-Tab
Passend in-/uitzoomen
Ctrl-I
De paginarasterlijnen in- en uitschakelen
Ctrl-E
De opties voor de printerinstelling weergeven
Ctrl-Shift-P
Een andere knop selecteren
Tab, Pijl-links, Pijl-rechts
De actie van de geselecteerde opdrachtknop uitvoeren
Spatiebalk
Een opdracht uit het menu van de geselecteerde knop uitvoeren
Enter-toets of spatiebalk om het menu weer te geven, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om een optie in het menu te selecteren en vervolgens op de Enter-toets drukken om de actie uit te voeren
De laatste opdracht ongedaan maken
Ctrl-Z
De laatste opdracht opnieuw uitvoeren
Ctrl-Shift-Z