Een oplossing maken > Werken met plug-ins > Eigen plug-ins maken
 
Eigen plug-ins maken
Bent u C- of C++-programmeur en vertrouwd met berekeningen en scripts in FileMaker Pro, dan kunt u plug-ins maken om de functies van de FileMaker-toepassing uit te breiden. De plug-ins kunnen voordeel halen uit recursie en lussen of gebruikmaken van andere programmeerinterfaces. Als u zelf een plug-in wilt maken, hebt u de FileMaker-plug-in SDK nodig die u vindt op de FileMaker-website.
Om plug-ins te kunnen gebruiken, moeten FileMaker Pro-gebruikers in oplossingsbestanden toestaan dat plug-ins mogen worden geïnstalleerd en ingeschakeld. Voor bestanden die door FileMaker Server worden gehost, moet de serverbeheerder via de Admin Console van FileMaker Server toestaan dat de Plug-inbestand installeren scriptstap plug-ins voor FileMaker Server bijwerkt.
Zo bereidt u uw eigen plug-ins voor:
1. Maak een plug-inbestand in C of C++.
Windows: De extensie van de plug-in moet .fmx (32-bits versie van FileMaker Pro) of .fmx64 (64-bits versie van FileMaker Pro) zijn.
macOS: De extensie van de plug-in moet .fmplugin zijn.
2. Compileer en test de plug-in.
3. Installeer het gecompileerde plug-inbestand in een containerveld in uw FileMaker-oplossing. Raadpleeg Plug-ins installeren.
4. (optioneel) U kunt het oplossingsbestand ook zo instellen dat de versie van de geïnstalleerde plug-ins wordt gecontroleerd en de plug-ins indien nodig automatisch worden bijgewerkt. Raadpleeg Plug-ins bijwerken.
Gebruikers moeten het volgende doen om plug-ins in een bestand beschikbaar te maken:
1. Schakel uw plug-ins in het dialoogvenster Voorkeuren in FileMaker Pro in en configureer ze. Raadpleeg Plug-invoorkeuren instellen.
2. (optioneel) Selecteer Oplossingen toestaan om bestanden te installeren in de voorkeuren van de plug-in om updates voor plug-ins automatisch te laten installeren. Raadpleeg Plug-ins bijwerken.
3. Voer één van de volgende handelingen uit:
Om een functie van de plug-in te gebruiken, sorteert u de lijst met functies in het dialoogvenster 'Berekening opgeven' op type. Kies onder de naam van de plug-in een functie.
Om een scriptstap van de plug-in te gebruiken, sorteert u de lijst met scriptstappen in de Scriptwerkruimte op categorie. Kies onder de naam van de plug-in een scriptstap.
Opmerkingen 
Het is mogelijk dat systeembeheerders om veiligheidsredenen gebruikers verplichten om de optie Oplossingen toestaan om bestanden te installeren uit te schakelen. Neem contact op met de systeembeheerder van uw klant voor meer informatie.
Verwante onderwerpen 
Get ( GeïnstalleerdeFMPlugins )