Verwijzingen > Naslaggegevens voor functies > Containerfuncties > CryptAuthCode
 
CryptAuthCode
Doel 
Geeft als resultaat een binaire HMAC (keyed-Hash Message Authentication Code) met behulp van het opgegeven cryptografische hash-algoritme.
Opmaak 
CryptAuthCode(gegevens;algoritme;sleutel)
Parameters 
gegevens - een tekstuitdrukking of een veld dat wordt gebruikt om de HMAC te genereren.
algoritme - de naam van de cryptografische algoritme die moet worden gebruikt (zie hieronder).
sleutel - een uitdrukking of een veld als de sleutel waarmee de hash moet worden gecodeerd.
Resulterend gegevenstype 
container
Afkomstig van 
FileMaker Pro 16.0
Beschrijving 
Gebruik de functies Base64EncodeRFC en Base64Decode of HexEncode en HexDecode om de codering van de sleutel en de resulterende HMAC te controleren.
Voor de parameter algoritme gebruikt u een van de volgende namen om de cryptografische algoritme op te geven:
MD5
MDC2
SHA
SHA1
SHA224
SHA256
SHA384
SHA512
Als algoritme leeg is (""), wordt het SHA512-algoritme gebruikt; een niet-herkende naam zorgt ervoor dat deze functie "?" als resultaat geeft.
Opmerkingen 
Deze functie wordt niet ondersteund in runtime-oplossingen en geeft als resultaat "?".
Voorbeeld 1 
In het containerveld Resultaten, bewaart een bestand met een HMAC van de tekst in het veld Bericht. De HMAC is gecodeerd met de waarde in het veld Sleutel met behulp van de standaardalgoritme.
Veld instellen [Tabel::Resultaten ; CryptAuthEncode (Tabel::Bericht ; "" ; Tabel::Sleutel)]
Voorbeeld 2 
Geeft als resultaat een HMAC van de inhoud van de $JSON-variabele middels de SHA512-algoritme en de hexadecimaal gecodeerde sleutel $Key. De resulterende containergegevens van CryptAuthCode wordt als tekst in Base64-codering weergegeven.
Base64EncodeRFC (4648; CryptAuthCode ($JSON ; "SHA512" ; HexDecode ($Key ; ".key"))
Verwante onderwerpen 
Naslaggegevens voor functies (lijst met categorieën)
Naslaggegevens voor functies (alfabetisch overzicht)
Formules
Functies
Berekeningvelden definiëren
Operatoren gebruiken in formules