Taken automatiseren met scripts > Scripts maken en bewerken
 
Scripts maken en bewerken
Opmerking  Raadpleeg Naslaggegevens voor scriptstappen (alfabetisch overzicht) en Naslaggegevens voor scriptstappen (lijst met categorieën) voor meer informatie over elke scriptstap en de bijbehorende opties. Voor meer voorbeeldscripts en verdere hulp raadpleegt u Scriptvoorbeelden en de FileMaker Community.
Zo maakt of bewerkt u een script:
1. Kies Scripts > Scriptwerkruimte.
Of kies Bestand > Beheren > Scripts.
De Scriptwerkruimte wordt geopend. U kunt scripts maken en bewerken met de drie deelvensters in dit venster: het scriptvenster (links), het scriptbewerkingsvenster (midden) en het scriptstappenvenster (rechts).
2. Maak of open een script:
Klik op De knop Nieuw script om een script te maken. Typ in het scriptbewerkingsvenster een naam voor het nieuwe script en druk op Enter of Return.
Als u een voorbeeld van een script wilt zien, klikt u op de scriptnaam in het scriptvenster. Klik op Knop voor overschakeling naar bewerken om het voorbeeld van het script te sluiten en het te beginnen bewerken.
Om een script te bewerken, dubbelklikt u op de scriptnaam in het scriptvenster. Als het script al is geopend in het scriptbewerkingsvenster, klikt u op het tabblad van het script om het actief te maken.
3. Begin de naam van een scriptstap te typen en kies vervolgens de scriptstap in de lijst die verschijnt.
Of dubbelklik op de scriptstap in het scriptstappenvenster.
4. Als de scriptstap opties heeft (aangegeven door tekst tussen haakjes ([ ]) of door Knop van actiemenu naast de scriptstap), doet u een van het volgende:
Klik op de tekst in de haakjes en geef vervolgens de opties op die verschijnen.
Klik op Knop van actiemenu en geef vervolgens opties op die verschijnen.
Klik tussen de haakjes en bewerk de berekening of klik op Knop Berekening om de Het dialoogvenster Berekening opgeven te openen. Slechts enkele berekeningen kunnen inline worden bewerkt.
Opmerking  Tijdens de bewerking van een scriptstap ziet u mogelijk de optie 'Herstellen'. 'Herstellen' geeft aan dat de criteria die u bij de laatste aanpassing van de scriptstap hebt opgegeven, worden gebruikt bij het uitvoeren van de scriptstap.
5. Doe een van het volgende wanneer u in het scriptbewerkingsvenster werkt:
 
Om dit te doen
Gaat u als volgt te werk
Een regel aan het script toevoegen
Voer één van de volgende handelingen uit:
Druk op Enter of Return.
Als de laatste regel van het script niet leeg is, selecteert u de laatste regel en drukt u op de pijl omlaag.
Een regel boven de geselecteerde regel toevoegen
Druk op Shift+Enter of op Shift-Return.
Navigeren tussen regels in het script
Druk op pijl omhoog of pijl omlaag.
Een opmerking aan een script toevoegen
Typ op een lege regel # of kies Opmerking in het scriptstappenvenster. Met de # (Opmerking) scriptstap in het script maakt u het anderen makkelijker om het script te bekijken of te wijzigen.
Een scriptstap aan de categorie Favorieten toevoegen
Selecteer de scriptstap in het scriptstappenvenster en klik op Knop grijze ster. Als u een scriptstap uit de categorie Favorieten wilt verwijderen, selecteert u de scriptstap en klikt u op Knop blauwe ster.
Opmerking  U kunt geen scriptstap aan de categorie Favorieten toevoegen als het scriptstappenvenster alfabetisch is gesorteerd.
Informatie over een scriptstap bekijken
Klik op de scriptstap in het scriptstappenvenster. In het Help-venster wordt een beschrijving weergegeven. Klik op De knop Help voor meer informatie.
Scriptstappen alfabetisch of per categorie bekijken
Klik in het scriptstappenvenster op Knop voor alfabetisch sorteren om de scriptstappen alfabetisch weer te geven of klik op Knop voor sorteren per categorie om ze per categorie weer te geven.
Zien welke FileMaker-producten een scriptstap ondersteunen
Klik op Compatibiliteitsknop en kies een product. Alle scriptstappen die compatibel zijn met het product worden weergegeven.
Een scriptstap kopiëren en plakken
Een scriptstap dupliceren
Selecteer de scriptstap en kies Bewerken > Dupliceren (Windows) of Stap dupliceren (macOS).
Een scriptstap verwijderen
Selecteer de scriptstap en druk vervolgens op Delete.
De scriptstappen in het script opnieuw ordenen
Sleep de scriptstap in het scriptbewerkingsvenster naar een nieuwe locatie in het script.
Meerdere scriptstappen selecteren
Druk op Ctrl-click (Windows) of op Command-click (macOS). U kunt meerdere stappen toevoegen, dupliceren of verwijderen.
Een script in een scriptstapoptie openen
Houd Ctrl (Windows) of Cmd (macOS) ingedrukt en klik op de scriptstapoptie.
Het script uitvoeren
Klik op Knop Script uitvoeren.
Opmerking  Een sterretje (*) naast een scriptnaam betekent dat het script is gewijzigd maar niet is opgeslagen.
6. Sluit het tabblad en klik op Opslaan.
Of kies Bestand > Script opslaan in de Scriptwerkruimte (Windows) of kies Scripts > Script opslaan in de menubalk van FileMaker Pro (macOS).
Zo beheert u scripts:
 
Om dit te doen
Gaat u als volgt te werk
Een script hernoemen, dupliceren of verwijderen
Klik met de rechtermuisknop op de scriptnaam en kies uit het menu. U kunt ook tweemaal klikken op de scriptnaam in het scriptbewerkingsvenster om een script te hernoemen.
De scripts opnieuw ordenen
Sleep de scriptnaam naar een nieuwe plaats in de lijst.
Een script afdrukken
Windows: Kies in de Scriptwerkruimte het menu Bestand > Script afdrukken.
macOS: Kies in de menubalk van FileMaker Pro Bestand > Afdrukken.
Een script met volledige toegangsprivileges uitvoeren
Klik met de rechtermuisknop op het script en kies Volledige toegangsprivileges verlenen. Raadpleeg hieronder "Scripts met volledige toegangsprivileges uitvoeren".
Mappen in het scriptvenster beheren
Scripts met volledige toegangsprivileges uitvoeren
Als u instelt dat een script met volledige toegangsprivileges mag worden uitgevoerd, kunnen gebruikers met beperkte toegang en privileges alsnog taken in scripts uitvoeren die zij anders niet kunnen uitvoeren, zoals records exporteren of verwijderen. Houd rekening met het volgende:
De toegangsprivileges worden niet gewijzigd maar het script heeft meer privileges dan de gebruiker. Bovendien worden de volledige toegangsrechten niet overgedragen aan eventuele volgende subscripts, tenzij u deze functie ook voor deze scripts hebt ingeschakeld.
Scripts kunnen worden ingesteld om alleen met volledige toegangsprivileges te worden uitgevoerd door gebruikers met de privilegeset Volledige toegang. Alleen gebruikers met volledige toegangsprivileges kunnen scripts waarvoor deze optie is ingeschakeld, bewerken of verwijderen.
Een script kan alleen met volledige toegangsprivileges worden uitgevoerd in het bestand waarin het script is gedefinieerd. Scripts kunnen toegangsbeperkingen voor externe bestanden niet negeren. Bijvoorbeeld: een script dat is ingesteld om met volledige toegangsprivileges te worden uitgevoerd, kan geen records in een extern bestand met beperkte toegang verwijderen.
Aan gebruikers zonder volledige toegangsprivileges kan toestemming worden verleend om scripts te bewerken die in hun toegewezen privilegeset zijn gemarkeerd als wijzigbaar. Er zijn volledige toegangsprivileges nodig om scripts te kunnen maken, dupliceren, importeren en/of verwijderen.
Opmerkingen 
Om te controleren op problemen wanneer u een script maakt, klikt u rechts op het tabblad in het scriptbewerkingsvenster en kiest u Controleren op problemen. FileMaker Pro controleert het script en markeert regels met problemen, zoals ontbrekende parameters. (Niet elk probleem kan worden gedetecteerd.) Regels worden gemarkeerd in de standaardkleur voor problemen die is gedefinieerd op het tabblad Syntaxkleuren in de voorkeuren van de Scriptwerkruimte.
Als u de kleurcodering van scriptstappen en toestanden zoals problemen wilt bewerken, kiest u in de Scriptwerkruimte het menu Bekijken > Voorkeuren (Windows) of Bekijken > Voorkeuren van Scriptwerkruimte (macOS) en klikt u op het tabblad Syntaxkleuren.
Voor de bewerking van een script in een nieuw venster klikt u rechts op een tabblad in het scriptbewerkingsvenster en kiest u Tabblad naar nieuw venster verplaatsen of drukt u op Alt (Windows) of Option (macOS) en dubbelklikt u op een script in het scriptvenster. Het script wordt in het dialoogvenster 'Script bewerken' geopend.
Om toe te staan dat het script met volledige toegangsprivileges wordt uitgevoerd, kiest u Bestand > Volledige toegangsprivileges verlenen (Windows) of Scripts > Volledige toegangsprivileges verlenen (macOS).
Als u het dialoogvenster 'Script bewerken' hebt geopend door een knopactie te converteren naar een script, kunt u drukken op Ctrl+R (Windows) of op Command-R (macOS) om de naam van het script te wijzigen.
Verwante onderwerpen 
Scripts kopiëren en plakken
Operatoren gebruiken in formules
Naslaggegevens voor scriptstappen (lijst met categorieën)
Naslaggegevens voor scriptstappen (alfabetisch overzicht)
Werken met knoppen en knoppenbalken in lay-outs
Werken met het menu Scripts
Scriptprivileges bewerken
Databases publiceren op het web
Scripts debuggen (FileMaker Pro Advanced)
Scriptstappen uitschakelen (FileMaker Pro Advanced)