De importhandeling instellen en velden toewijzen tijdens de import
Wanneer u gegevens in een bestaand FileMaker Pro-bestand importeert, verschijnt het dialoogvenster Velden bij importeren nadat u het bestand of de bron van de te importeren gegevens hebt geselecteerd. In dit dialoogvenster geeft u de volgende importopties op:
 •
Importhandeling: geef op hoe de gegevens in het bestaande bestand moeten worden geïmporteerd. U kunt nieuwe records aan het bestand toevoegen, bestaande records in het bestand bijwerken of overeenkomende records in het bestand bijwerken. Raadpleeg Methoden voor het importeren van gegevens in een bestaand bestand.
 •
Veldtoewijzing: geef op waar de gegevens moeten worden geïmporteerd door de velden in uw database toe te wijzen aan de velden in de brongegevens die u importeert.
Zo stelt u de importhandeling in en wijst u velden toe tijdens de import:
1.
Volg de instructies in Gegevens in een bestaand bestand importeren, Een map met bestanden in één keer importeren of XML-gegevens importeren. In principe verschijnt nu het dialoogvenster Velden bij importeren.
2.
3.
In het gebied Importhandeling selecteert u het type import dat u wilt uitvoeren.
Belangrijk  Wanneer bestaande of overeenkomende records worden bijgewerkt, worden gegevens in het doelbestand overschreven. Dit kan niet ongedaan worden gemaakt. Kies Bestand > Kopie opslaan als om een reservekopie van het doelbestand te maken. Zorg ervoor dat u een goede kennis hebt van de manier waarop records worden bijgewerkt. Raadpleeg Methoden voor het importeren van gegevens in een bestaand bestand.
 
Opmerking  Als de tabel waarin u importeert geen gegevens bevat, kunt u alleen Nieuwe records toevoegen selecteren. De andere opties die hieronder zijn beschreven, zijn dan niet beschikbaar omdat er geen gegevens kunnen worden bijgewerkt.
Selecteer Resterende gegevens als nieuwe records toevoegen als u ook records uit de bron wilt toevoegen die geen overeenkomende records in het doelbestand hebben.
4.
Als u Eerste record niet importeren (bevat veldnamen) selecteert, wordt de eerste record overgeslagen tijdens de import.
5.
Voor Doelvelden sleept u velden om ze uit te lijnen met velden of gegevens in Bronvelden, om aan te geven waar brongegevens zullen worden geïmporteerd of bijgewerkt.
Zo lijnt u een veld uit:
 •
 •
Voer een van de volgende handelingen uit om doel- en bronvelden met elkaar uit te lijnen:
 •
 •
Klik op Database beheren om in het bestand waarin u importeert, een veld te maken of te wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Database beheren en klik daarna op OK. (Als de knop Database beheren niet beschikbaar is, zijn uw toegangsprivileges ontoereikend of wordt de database samengebruikt via een netwerk en is het momenteel niet toegestaan om wijzigingen in de database uit te voeren. Zie Bestanden samengebruiken en hosten voor meer informatie over het wijzigen van gedeelde databases.
 •
 
Opmerking  Gegevens uit een bronveld worden niet geïmporteerd wanneer:
 •
 •
6.
Blijf klikken tot het symbool tussen de velden de gewenste veldtoewijzing aangeeft. Het gebied Veldtoewijzing bevat een beschrijving van elk symbool. U kunt ervoor kiezen om alle velden in het doelveld te importeren, of een veldpaar gebruiken als een vergelijkingsveld om de overeenkomende records bij te werken.
Tip  U kunt ook de veldtoewijzing voor meerdere velden tegelijk instellen. Selecteer eerst de doelvelden die u wilt wijzigen door Ctrl (Windows) of Command (OS X) ingedrukt te houden en op elk doelveld te klikken. (Als u een aantal opeenvolgende velden wilt selecteren, klikt u op het eerste veld, drukt u op de Shift-toets, houdt u die toets ingedrukt en klikt u daarna op het laatste veld van het bereik.) Klik vervolgens op een veldtoewijzingssymbool voor een van de geselecteerde velden tot zij alle de gewenste veldtoewijzing aangeven. (U kunt ook een of meer keren op de spatiebalk drukken om het veldtoewijzingssymbool te wijzigen.)
7.
Kies zo nodig bij Tekenset de tekencodering die in het bronbestand wordt gebruikt.
De lijst Tekenset is al of niet beschikbaar:
 •
 •
Opmerking  Als u een 16-bits Unicode (UTF-16) tekstbestand importeert, moet het bestand een "Unicode standard Byte Order Mark" (BOM) bevatten. Als de BOM-markering ontbreekt, zal FileMaker Pro de bestandscodering niet correct kunnen herkennen.
8.
Klik op Importeren.
Het is mogelijk het dialoogvenster Importeeropties verschijnt. Het verschijnt alleen wanneer:
 •
 •
9.
 
Selecteer Opties voor automatisch invoeren gebruiken tijdens importeren. Als u dat niet doet, worden automatisch ingevoerde waarden niet ingevoerd.
Opmerking  Wanneer u importeert in velden die zijn ingesteld om automatisch een waarde in te voeren (zoals de naam van de gebruiker die de wijziging uitvoert, de datum of tijd van wijziging, of opzoek gegevens), schakelt u deze optie uit, tenzij u de gegevens die u importeert wilt laten overschrijven door de automatisch ingevoerde gegevens.
 •
Behouden in de originele record om het veld/de velden als herhalende velden te behouden.
 •
Selecteer In afzonderlijke records plaatsen om elke herhalende waarde in een afzonderlijke record te importeren. (Met deze optie kunt u met afzonderlijke waarden in herhalende velden werken. U kunt ze bijvoorbeeld sorteren of resumeren.)
Opmerking  Wanneer u gegevens van herhalende velden in afzonderlijke records opsplitst, worden alle niet-herhalende velden die u importeert, in elke afzonderlijke record gedupliceerd. Als een record in het bronbestand bijvoorbeeld waarden in drie herhalingen bevat, en u splitst ze op in afzonderlijke records, dan worden drie records geïmporteerd, die allemaal identiek zijn met uitzondering van de waarden in de herhalende velden.
Selecteer Externe containeropslag behouden.
10.
Het dialoogvenster Overzicht recordimport geeft drie statistische gegevens weer over de geïmporteerde records en eventueel overgeslagen gegevens:
 
Opmerking  Dit aantal omvat meerdere updates van dezelfde record als u overeenkomende records bijwerkt en meer dan één record in het bronbestand overeenkomt met een record in de gevonden reeks van het doelbestand. Raadpleeg de opmerkingen in Methoden voor het importeren van gegevens in een bestaand bestand.
 •
Privilegefouten: toegangsprivileges beletten dat één of meer records kunnen worden gewijzigd.
 •
Vergrendelde records: eén of meer records kunnen niet worden gewijzigd omdat ze op dat ogenblik elders worden opgevraagd, in een ander venster door dezelfde gebruiker of, als het bestand wordt gedeeld, door andere clients.
 •
Bevestigingsfouten: eén of meer records kunnen niet worden gewijzigd omdat ze niet beantwoorden aan de veldbevestigingsvereisten op recordniveau en omdat de record niet kon worden vastgelegd. Raadpleeg Gegevens bevestigen tijdens het importeren.
 •
Bevestigingsfouten: eén of meer velden kunnen niet worden geïmporteerd omdat de gegevens niet beantwoorden aan de bevestigingsvereisten die voor het veld zijn gedefinieerd. Raadpleeg Gegevens bevestigen tijdens het importeren.
 •
Privilegefouten: toegangsprivileges beletten dat één of meer velden kunnen worden gewijzigd.
Opmerkingen
 •
Als u een grote hoeveelheid gegevens importeert, verschijnt mogelijk een importdialoogvenster waarin de voortgang van het importproces wordt aangegeven. Als u de import wilt stopzetten, klikt u op Stoppen. Records die al zijn geïmporteerd, blijven behouden in het doelbestand (de import wordt niet ongedaan gemaakt). Als u de reeds geïmporteerde records permanent wilt verwijderen, kiest u Records > Alle records verwijderen.
 •
 •