Problemen met het afdrukken van etiketten oplossen
In de volgende gedeelten worden algemene problemen met het afdrukken van etiketten en oplossingen beschreven.
Voeg in het tekstblok dat samenvoegvelden bevat, een terugloopteken (Return) in op de gewenste locaties:
|
1.
|
Er verschijnt een etiket met alle velden op één regel. De velden staan tussen dubbele punthaken: <<veldnaam>>.
|
|
2.
|
Klik in de lay-outmodus op het tekstgereedschap
 op de statusbalk en klik om de invoegpositie te plaatsen op de positie voor het veld waar u de tweede tekstregel wilt laten beginnen. |
Tip Bij het oplossen van problemen met het afdrukken van etiketten, drukt u eerst het eerste vel met etiketten af op gewoon papier paper. Daarna legt u de afdruk op de etiketsjabloon en houdt u ze samen tegen het licht om te controleren of ze correct zijn uitgelijnd.
|
•
|
Zorg dat uw papierformaat correct is ingesteld voor het type printer en etiketten dat u gebruikt. Volg de instructies in Aandachtspunten bij het maken van een etiket-lay-out om het papierformaat voor uw lay-out in te stellen.
|
|
•
|
Als u een matrixprinter gebruikt en afdrukt op kettingpapier met etiketten en uw lay-out bevat een kopgedeelte, dan verwijdert u het kopgedeelte. Zie Lay-outgedeelten verwijderen voor meer informatie.
|
|
•
|
Als u afdrukt op etiketvellen, is het mogelijk dat bepaalde laser- en inkjetprinters alleen kunnen afdrukken tot 0,6 cm (0,25 inch) van de bovenrand van het papier. (Controleer de documentatie bij uw printer.) Meet met een liniaal de afstand van de bovenkant van het etiketpapier tot aan de bovenkant van de eerste rij etiketten. Is die afstand kleiner dan de minimummarge die voor de printer vereist is, dan verhoogt u de hoogte van het kopgedeelte zodat de eerste rij etiketten wordt opgenomen. In dat geval wordt boven aan de tweede rij begonnen met afdrukken. Er wordt niet afgedrukt op de eerste rij etiketten, maar er wordt in de juiste positie afgedrukt op volgende etiketten.
|
|
•
|
Als alle etiketten met dezelfde afstand te hoog of te laag zijn geplaatst, moet u het kopgedeelte aanpassen.
|
|
•
|
Wanneer de etiketten steeds hoger op de pagina worden geplaatst, maakt u het hoofdgedeelte één punt groter en drukt u de etiketten opnieuw af. Herhaal deze procedure tot alle etiketten op de pagina passen.
|
|
•
|
Wanneer de etiketten steeds lager op de pagina worden geplaatst, maakt u het hoofdgedeelte één punt kleiner en drukt u de etiketten opnieuw af. Herhaal deze procedure tot het probleem is opgelost.
|
Zie Lay-outgedeelten vergroten of verkleinen voor meer informatie over het vergroten/verkleinen van lay-outgedeelten.
|
•
|
Controleer of het veld geen extra regeleinde bevat: ga naar de probleemrecord en klik in het veld. Als het veld wordt uitgebreid, bevat het mogelijk een extra regeleinde. Verwijder dit.
|
|
•
|
Kies op de menubalk Lay-outs > Instelling gedeelten. Selecteer het gedeelte Kopgedeelte en klik op Wijzigen. Controleer in het dialoogvenster Gedeelten definiëren of het selectievakje Gedeelte afbreken bij pagina-einde is ingeschakeld en voer dan de volgende handeling uit:
|
|
•
|
Als Gedeelte afbreken bij pagina-einde is uitgeschakeld, schakelt u het opnieuw in en schakelt u ook het selectievakje Rest van gedeelte negeren bij pagina-einde in. Daarna klikt u op OK en probeert u opnieuw af te drukken. (U kunt Gedeelte afbreken bij pagina-einde inschakelen en Rest van gedeelte negeren bij pagina-einde uitschakelen en daarna proberen af te drukken.)
|